Normal_mbo_leerbedrijf_techniek

(Novum) - Nederlandse mbo-studenten vinden de loopbaanbegeleiding bij hun beroeps- of vervolgkeuze nog ver onder de maat. Ook klagen studenten vaak over slecht lesmateriaal en willen weinig jongeren deelnemen in studentenraden. Dat blijkt uit onderzoek van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) onder ruim 250 duizend studenten, dat dinsdag wordt gepubliceerd.

In totaal oordeelt twintig procent van de studenten uitgesproken negatief over de loopbaanbegeleiding. "Dat betekent dat meer dan vijftigduizend studenten niet goed worden geholpen bij het maken van een goede keuze na de studie", aldus JOB-voorzitter Michiel Steegers. "Dat is erom veel."

Vooral derdejaarsstudenten, die na dat studiejaar een belangrijke vervolgkeuze moeten maken, vinden dat de begeleiding vanuit de onderwijsinstelling tekort schiet. Slechts 34 procent vindt dat ze goed wordt geïnformeerd en geholpen. In totaal is 41 procent van de mbo-studenten positief over de loopbaanbegeleiding.

Volgens de JOB komt de ontevredenheid door een samenspel van factoren, maar belangrijk is volgens Steegers dat een studiebegeleider vaak veel leerlingen moet helpen. "Hierdoor is er minder aandacht voor iemand die het nodig heeft."

De JOB zegt de loopbaanbegeleiding op de kaart te willen zetten, omdat met het plan van minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker (PvdA) om een leenstelsel in te voeren begeleiding nog belangrijker wordt, aldus Steegers. "Door het leenstelsel zitten studenten met twijfels. Niet iedereen gaat meer doorstuderen, terwijl dat wel aan te moedigen is. Het traject naar een baan of studie moet daarom goed worden begeleid."

Het rapport laat ook andere aandachtspunten zien. Zo zijn veel studenten ontevreden over hun lesmateriaal. In totaal vinden twee op de vijf mbo-studenten dat het lesmateriaal dat ze van school moeten aanschaffen niet voldoet. Dat percentage is hoger dan de 37 procent van de leerlingen die wel tevreden is over de schoolspullen. Volgens de JOB is het tijd voor een 'grondige herziening van de boekenlijsten'.

Het aantal studenten dat zich in wil zetten voor een studentenraad is gedaald naar 16 procent. In totaal wil 60 procent niet meedenken over verbeteringen in de school. Volgens Steegers komt dat onder andere door de onbekendheid van een studentenraad. "Zo'n 50 procent weet niet wat dat inhoudt. We moeten bekendheid gaan geven aan die posities."

Toch zijn studenten niet altijd ontevreden over hun opleiding. Mbo'ers geven hun school gemiddeld een zeven, een tiende hoger dan twee jaar geleden. Studenten zijn bovendien positiever over de afwisseling tussen zelfstandig werken en werken in groepen. Was dit 49 procent in 2012, in 2014 was dat aantal 52 procent. Ook over leren op een werkplek, het aanleren van competenties en de informatie over de studie zijn studenten positiever.

In totaal vulden alle door de overheid bekostigde 66 mbo-instellingen het onderzoek van JOB in. Ook de Politieacademie en de niet-bekostigde Hogeschool TIO deden aan de enquête mee. In totaal studeren vijfhonderdduizend studenten aan het mbo. Het monitorrapport van de JOB wordt sinds 2001 elke twee jaar gehouden. In 2007 en 2008 kwam een jaarlijks rapport uit.