Vanaf augustus gaat een groot deel van de mbo-instellingen al vrijwillig aan de slag met de herziene kwalificatiestructuur. Met de invoering van de keuzedelen blijken de mbo-scholen nog erg terughoudend te zijn. De redenen hiervoor zijn verschillend. Zo heerst er onduidelijkheid over organisatorische consequenties, maar vooral onbekendheid zou een grote reden zijn. Dat meldt de MBO Raad.
Servicepunt IHKS en de bedrijfstakgroepen zeggen veel vragen binnen te krijgen over de voorgestelde wetswijziging die meer keuzemogelijkheden biedt voor mbo-studenten. De komende weken wordt dan ook nader onderzocht wat de implicaties van de wijziging zijn en welke aandachtspunten voor invoering nodig zijn. In juni bestuderen het ministerie van Onderwijs, Regie-organisatie Herziening MBO, scholen, SBB en de MBO Raad de gemelde wijzigingen en werken deze nader uit in de zogenoemde 'casuïstiek keuzedelen'.
Naast de keuzedelen die gekoppeld zijn aan de kwalificatie waarop de opleiding is gebaseerd, kan een student nu ook kiezen voor andere keuzedelen. Hier had de Vaste Kamercommissie Onderwijs om gevraagd. Dit houdt in dat een mbo-instelling op verzoek van een student bij het aanbod van keuzedelen bij een beroepsopleiding kan afwijken van de bij ministeriële regeling vastgestelde koppeling aan kwalificaties. Een school kan het verzoek van de student afwijzen als bijvoorbeeld het keuzedeel niet valt binnen het totale keuzedeelaanbod van de school of wanneer er rooster technische bezwaren zijn en een gebrek aan capaciteit.
© Nationale Onderwijsgids
