De taalvaardigheid van mbo-leerlingen zou nauwelijks verbeteren door extra lessen Nederlands. Dit blijkt uit onderzoek onder leerlingen aan het ROC Zadkine in Rotterdam. Deze leerlingen kregen een jaar lang zo'n 30 lessen extra in Nederlands. Volgens een onderzoeksteam van het ROC, het Centraal Planbureau en het Expertisecentrum Nederlands is hun taalvaardigheid niet verbeterd. Dat meldt Trouw.
Het kabinet wil dat vaardigheden als samenvatten, evalueren, reflecteren, interpreteren en voorspellen in het Nederlands bijgespijkerd worden. Sinds dit schooljaar is er op het mbo-4 een verplichte taaltoets ingevoerd die meetelt voor het diploma. Volgend schooljaar is deze toets ook verplicht voor leerlingen op mbo-3 en -2. Maar uit het onderzoek blijkt dat ondanks dat de mbo-leerlingen 40 procent meer lesuren Nederlands kregen, ze niet beter presteerden op het vak. Zo'n 55 procent van de docenten van het ROC zijn dan ook pessimistisch over de haalbaarheid.
De docenten zijn van mening dat de leerlingen al met een te grote achterstand in lezen en schrijven op het ROC komen, waardoor deze achterstand niet meer weg te werken is. Uit het onderzoek blijkt ook dat 30 procent van de leerlingen die een studie begint op het mbo-4 te slecht schrijft om een diploma te verdienen. De leesvaardigheid zou zelfs nog zwakker zijn; 43 procent van de nieuwe leerlingen zou onder het vereiste niveau zitten.
De onderzoekers hebben een aantal redenen waarom het niet gelukt is het niveau van Nederlands omhoog te halen. Zo zou de helft van de standaard ingeroosterde lessen Nederlands uitgevallen zijn, werden de extra lessen vaak niet gegeven door bevoegde leraren en zou de motivatie van de leerlingen niet zo groot zijn. De belangrijkste reden die de onderzoekers aankaarten is dat de brede aanpak voor theorielessen Nederland niet leiden tot resultaat bij een uiteenlopende groep praktisch ingestelde leerlingen. ROC's zouden hun lessen Nederlands beter kunnen laten aansluiten bij praktijkvakken, aldus de onderzoekers.
© Nationale Onderwijsgids