Studenten in het mbo en hoger onderwijs doorlopen niet altijd in een direct doorlopende lijn hun schoolcarrière. Een deel wisselt in het eerste opleidingsjaar van opleidingsrichting, ofwel switcht. In het mbo switcht 1 op de 8 studenten van domein. In het hbo en wo wordt vaker geswitcht, door ruim 1 op de 6 studenten. Dat meldt Onderwijs in Cijfers.
De afgelopen 5 jaar is het percentage mbo'ers dat switcht licht afgenomen met 1,7 procentpunt. In 2013-2014 bedraagt het percentage switchende mbo'ers 12,5 procentpunt. Mbo'ers op een lager niveau switchen vaker dan mbo'ers op een hoger niveau. Hoe lager het gemiddelde eindcijfer was in het vmbo, hoe meer er wordt geswitcht. Van de mbo'ers met een gemiddeld eindcijfer tussen 5,5 en 6 op het vmbo switcht 19 procent. Van de mbo'ers met een eindcijfer tussen de 8 en 10 switcht 3 procent naar een ander domein.
Van de mbo'ers die niet switchen tijdens hun opleiding heeft 89 procent na 5 jaar een diploma gehaald. Bij de mbo'ers de wel geswitcht zijn is dit percentage 66 procent. Verder vallen switchende mbo'ers 3 keer zo vaak uit zonder diploma al niet-switchende mbo'ers.
Ruim 17 procent van de hbo'ers en wo'ers maakte in 2013-2014 een switch. In het wo is het percentage switchers tussen 2008-2009 en 2013-2014 afgenomen met 2,4 procentpunt. In het hbo bleef het percentage switchers vrij constant (toename van 0,4 procentpunt). Het absoluut aantal switchers nam toe in het hbo en wo tussen 2008-2009 en 2013-2014.
Studenten die switchen haalden vaker een lager eindcijfer op het vo dan niet-switchers. Bijvoorbeeld in het wo switcht 15 procent van de studenten met een gemiddeld eindcijfer 6 op de middelbare school. Dit is 5 procent voor studenten met gemiddeld een 8 of 9. Switchers in het hoger onderwijs hebben zes jaar na aanvang van de studie minder vaak een diploma op zak dan niet-switchende studenten.
© Nationale Onderwijsgids