In Friesland verliet 3,4 procent van de mbo’ers zonder startkwalificatie het onderwijs. In Noord- en Zuid-Holland was deze uitval meer dan 6 procent. Jongens met een niet-westerse achtergrond stoppen het vaakst met hun opleiding zonder dat ze een startkwalificatie hebben. Vanuit het voortgezet onderwijs verlieten in 2014/’15 ruim 5 duizend leerlingen voortijdig het onderwijs (0,5 procent). Dat meldt CBS.
In schooljaar 2014/’15 volgden bijna 389 duizend jongeren tot 23 jaar een mbo-opleiding. Een jaar later, in schooljaar 2015/’16, zaten ruim 21 duizend leerlingen niet meer op school en hadden geen startkwalificatie. Iemand heeft een startkwalificatie als hij ten minste een diploma op mbo-niveau 2 of een havo- of vwo-diploma heeft. Tussen 2004/’05 en 2014/’15 is de voortijdige schooluitval vanuit het mbo afgenomen van10,8 procent naar 5,4 procent.
In het mbo lag de voortijdige schooluitval tussen de schooljaren 2014/’15 en 2015/’16 op5,4 procent. In Noord- en Zuid-Holland is het percentage voortijdig schoolverlaters het hoogst, ruim 6 procent. Met name in de grote steden is de voortijdige schooluitval hoog. In de regio Amsterdam verliet ruim 7 procent van de mbo’ers zonder startkwalificatie het onderwijs. In de regio’s Haaglanden en Rijnmond was dit 7,2 procent en 6,8 procent. In Friesland, Drenthe en Overijssel is de schooluitval vanuit het mbo het laagst. In de regio Zuidwest-Friesland is de uitval zelfs nog geen 3 procent.
In schooljaar 2014/’15 verliet 6,6 procent van de jongens en 4,1 procent van de meisjes het mbo zonder startkwalificatie. Jongeren met een niet-westerse achtergrond, met name jongens, verlaten het vaakst zonder startkwalificatie het mbo. De afgelopen tien jaar is de voortijdige schooluitval in alle herkomstgroepen gedaald. De sterkste daling was te zien onder meisjes en jongens met een Nederlandse achtergrond.
Veruit de meeste jongeren die voortijdig het onderwijs verlaten, zaten op het mbo(21 duizend). Binnen het mbo verlaten deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) vaker zonder startkwalificatie hun opleiding dan deelnemers in de beroepsopleidende leerweg (bol).
Vmbo-leerlingen stoppen wat vaker zonder startkwalificatie met school dan havo- of vwo-leerlingen. Jongeren met een vmbo-diploma die stoppen met school, hebben nog geen startkwalificatie en worden dus beschouwd als voortijdig schoolverlaters. Jongeren die na het behalen van een havo- of vwo-diploma stoppen, hebben wel een startkwalificatie en behoren dus niet tot voortijdig schoolverlaters.
Vanuit het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) stopten bijna 2 duizend jongeren hun opleiding zonder startkwalificatie. Dit is ruim 13 procent van de vavo-leerlingen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids