Normal_studenten_mbo_verpleging_verpleegkunde_zorg

Studenten die op het mbo een opleiding via de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgden, hebben direct na het verlaten van de opleiding vaker werk dan studenten die de beroepsopleidende leerweg (bol) deden. Dat geldt voor zowel de wat oudere als voor de jonge schoolverlater. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS waarin mbo’ers vanuit schooljaar 2012/’13 direct en vier jaar na het verlaten van het onderwijs zijn bekeken. 

In het schooljaar 2012/’13 verlieten ongeveer 290 duizend schoolverlaters het onderwijs. Hiervan kwam de grootste groep vanuit het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Daarvan kwamen bijna 71 duizend studenten vanuit de beroepsopleidende leerweg (bol) en bijna 71 duizend vanuit de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). In de bol gaan studenten naar school en doen stages; in de bbl combineren ze werken bij een bedrijf met meestal één schooldag per week. Na het mbo volgde het hoger beroepsonderwijs (hbo) met 72 duizend en het wetenschappelijk onderwijs (wo) met 50 duizend schoolverlaters.
 
Met 28 procent van de studenten waren in het schooljaar 2012/’13 de technische opleidingen het populairst onder bbl’ers. Na de richting techniek zijn zorg- en welzijnsopleidingen (26 procent) en opleidingen in de richting dienstverlening (21 procent) het populairst. Bij dienstverlening gaat het bijvoorbeeld om bbl-opleidingen in horeca, toerisme en transport.
 

Bijna 9 op de 10 bbl’ers heeft direct na schoolverlaten werk

Het aandeel schoolverlaters met werk direct na het verlaten van het onderwijs was in 2013 voor bbl’ers groter dan voor bol’ers. Van de bol’ers had 67 procent direct na het verlaten van het onderwijs werk, voor de bbl’ers was dat 88 procent. 
 
Dat bbl’ers vaker vast werk hebben, hangt samen met de verschillen in leeftijd tussen bbl’ers en bol’ers. Van de bbl’ers was ruim de helft 27 jaar of ouder, tegenover 4 procent van de bol’ers. 

 

Na vier jaar 72 procent van bbl-niveau 4 vast werk

Van de 38 duizend gediplomeerde bbl’ers die in 2017, vier jaar na het verlaten van het onderwijs, nog in Nederland woonden en in de tussentijd geen onderwijs meer volgden, hadden 35 duizend betaald werk (93 procent). Bbl’ers van niveau 4 hadden met 97 procent het vaakst een baan. 

 

68 procent vond opleiding een goede basis

Bij navraag onder bbl-gediplomeerden vanuit het schooljaar 2016/’17 gaf 68 procent ruim een jaar na het verlaten van het onderwijs aan dat de opleiding een goede basis vormde voor het ontwikkelen van nieuwe kennis en vaardigheden. 
 
Door: Nationale Onderwijsgids