Eerstejaars mbo-studenten mogen steeds vaker meedoen tijdens de introductieweken voor nieuwe studenten. Eerder waren deze introductieweken vooral bedoeld voor hogeschool- en universiteitsstudenten. Utrecht, Groningen, Leeuwarden, Maastricht en Leiden bieden dit jaar programma’s aan die speciaal toegankelijk zijn voor mbo’ers. Maar de interesse van de mbo’ers om hieraan deel te nemen is nog niet echt heel groot. Dat meldt het Onderwijs van Morgen.
Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen. Mbo-studenten zijn doorgaans jonger wanneer ze beginnen aan hun studie en kiezen ook vaak voor opleidingen dichterbij huis. Daardoor vinden ze het vaak niet zo noodzakelijk om mee te doen aan de introductieweken. Want deze weken zijn toch vaak gericht op het leren kennen van een nieuwe stad en een nieuwe omgeving. Het mbo-schooljaar start ook nog eens later dan het universitaire collegejaar. De introductieweek valt voor mbo’ers nog midden in hun vakantie.
Actief betrokken worden
Joyce van der Wegen van het Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO), geeft aan dat het belangrijk is om niet alleen mbo-studenten uit te nodigen voor de introductieweken, maar dat ze ook actief worden betrokken bij het organiseren. Inclusie is meer dan alleen aanwezig zijn, mbo-studenten moeten zich ook echt welkom voelen.
Grote stap in de richting van een inclusiever hoger onderwijssysteem
De lage opkomst onder mbo-studenten geeft nu misschien een beetje een ontmoedigend gevoel, maar onderwijsdeskundigen geven aan dat deze verschuiving in denken en cultuur een proces is dat tijd gaat kosten. Het alleen al betrekken van mbo’ers bij introductieweken is een grote stap in de richting van een inclusiever hoger onderwijssysteem. Daarin worden gelijke kansen geboden aan studenten van verschillende onderwijsniveaus.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk