Demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf maakt zich al enige tijd hard voor gelijke kansen in het mbo, maar verschillende voorbeelden laten volgens Kamerleden zien dat zijn doel nog niet is bereikt. Zo wezen GroenLinks en het CDA de minister tijdens een debat over het mbo onder meer op de onmogelijkheid voor een mbo-student om een bestuursjaar te doen en het ontbreken van een studentenpas voor mbo'ers.
Kamerlid Kauthar Bouchallikht (GroenLinks) wees Dijkgraaf op het feit dat mbo-studenten niet dezelfde mogelijkheden hebben bij een bestuursjaar als studenten in het hbo of wo. Dit komt volgens de minister doordat de wetgeving het mbo soms behandelt als voortgezet onderwijs, maar tijdens het debat beloofde hij uit te zoeken wat er mogelijk is. "Het blijkt maar weer dat er nog een paar stappen te gaan zijn", zei Dijkgraaf doelend op het gelijktrekken van het mbo met andere vormen van hoger onderwijs.
Andere regels
Mbo'ers die voortijdig stoppen met hun opleiding krijgen het reeds betaalde collegegeld alleen in specifieke gevallen terug, bracht opnieuw Bouchallikht in tijdens het debat. Dit terwijl hbo- en wo-studenten het geld automatisch terugkrijgen als zij stoppen met hun studie. Volgens Dijkgraaf is deze maatregel in het leven geroepen om de mbo-studenten extra te stimuleren een studie af te maken. Voor Dijkgraaf bleek dit "weer een voorbeeld" dat de vraag oproept waarom er ongelijke behandeling bestaat. "Dus een punt", vervolgde de bewindsman, waarna hij toezei voor de zomer te verkennen wat hier de mogelijkheden zijn.
CDA-Kamerlid René Peters benoemde dat mbo'ers geen collegekaart hebben, en daardoor "niet in aanmerking komen voor kortingen, en ze worden niet toegelaten tot cafés". Dijkgraaf biedt alle instellingen de mogelijkheid om een collegekaart te ontwikkelen, maar benadrukt dat de organisaties wel gebruik moeten maken van deze "belangrijke" stap. "Hoe moeilijk kan het zijn", aldus de bewindsman.
Door: ANP