Staatssecretaris Dekker van Onderwijs is niet van plan om een maximale klassengrootte vast te leggen in de wet. De meeste partijen in de Tweede Kamer zijn het daarin met hem eens. Dat bleek gister tijdens het Kamerdebat naar aanleiding van het burgerinitiatief 'Stop de overvolle klassen'. Dit meldt de PO Raad.
Staatssecretaris Dekker en een meerderheid van de Kamer vinden dat scholen zelf moeten blijven bepalen hoeveel leerlingen zij toelaten in een klas. Scholen moeten zelf kunnen afwegen wat het beste past bij hun onderwijsconcept, is het argument. “Haagse normen” bieden een “schijnoplossing”, vindt de staatssecretaris. Hij vindt het belangrijker om te letten op de kwaliteit van het onderwijs en de leraren. Hij wil laten onderzoeken of scholen verplicht kunnen worden uitleg te geven aan hun medezeggenschapsraad als zij kiezen voor klassen met dertig kinderen of meer.
Bovendien zou het volgens Dekker een miljard euro gaan kosten om klassen structureel met een of twee leerlingen kleiner te maken. Dat is volgens hem ook niet nodig omdat met het Herfstakkoord geld is vrijgemaakt voor bijvoorbeeld extra klassenassistenten.
Aanleiding voor het debat in de Tweede Kamer was het initiatief van een groep leerkrachten van Leraren in Actie. Zij verzamelden vorig jaar ruim 46.000 handtekeningen, genoeg om, het onderwerp op de agenda van de Kamer te krijgen. De actiegroep vindt dat de overheid ervoor moet zorgen dat klassen vanaf volgend uit maximaal 28 leerlingen bestaan om het aantal daarna in drie jaar tijd af te bouwen naar 24 leerlingen. Alleen de SP en de PVV steunen het voorstel van de leraren.
© Nationale Onderwijsgids