De Tweede Kamer hebben afgelopen week een motie aangenomen die een einde lijkt te maken aan de anti-pestwet waardoor scholen verplicht een erkend anti-pestpogramma moeten gebruiken. De sectororganisaties voor het primair en voortgezet onderwijs, de PO en VO Raad, zijn blij met de beslissing van de Kamer. Zij hebben vervolgens de opdracht gekregen om met een nieuw plan van aanpak tegen pesten te komen. Dit melden de PO Raad en VO Raad.
De sectorraden hebben altijd gepleit voor de vrijheid van scholen om zelf een effectief programma te kiezen om pesten tegen te gaan. De Tweede Kamer blijkt van dezelfde mening. Een motie van D66 en VVD heeft de antipest-wet van staatssecretaris Dekker van Onderwijs op losse schroeven gezet. Voorwaarde is dan wel dat de PO en VO Raad voor 1 oktober met een plan van aanpak komen.
Al in eerder overleg in de Tweede Kamer hadden veel partijen kritiek op de anti-pestwet van Dekker. Met die wet zijn scholen niet alleen verplicht een anti-pestprogramma over te nemen van een door de overheid samengestelde lijst. Ze moeten ook een anti-pestcoördinator aanstellen en jaarlijks bij minimaal een kwart van de leerlingen de sociale veiligheid monitoren. Uit het onderwijsveld kwamen vele afwijzende reacties maar Dekker hield tot dusver vast aan zijn plannen om de nieuwe wet per 1 augustus 2015 in te voeren.
Volgens de raden schetst Dekker onterecht het beeld dat scholen te weinig doen om pesten op school terug te dringen. De opdracht om met een plan van aanpak te komen, zien zij als een kans om te laten zien dat scholen op de goede manier bezig zijn om een veilige omgeving op school te creëren. Als het de raden samen met de scholen lukt om een effectief anti-pestbeleid op te stellen in de wet van Dekker straks niet meer nodig, aldus de sectororganisaties.
© Nationale Onderwijsgids