Normal_tweede_kamer__screenshot_

De Tweede Kamer heeft een debat gehouden over het wetsvoorstel van het kabinet om leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PrO) te integreren in het stelsel van passend onderwijs. Met het wetsvoorstel worden de samenwerkingsverbanden van het voortgezet onderwijs verantwoordelijk voor de toewijzing van de leerlingen naar het LWOO en PrO en de bijbehorende budgetten. Dit meldt de VO-Raad.

Nu worden er nog zestien regionale verwijzingscommissies (RVC's) gebruikt voor de toewijzing van een leerling naar het LWOO of PrO. Met het wetsvoorstel beoordelen middelbare scholen zelf of een leerling voldoet aan de criteria om te worden toegelaten tot het LWOO of PrO. De RVC's zouden dan worden opgeheven. Staatssecretaris Dekker wil dat de landelijke criteria per 1 augustus 2018 worden losgelaten. Als alle schoolbesturen van het betreffende samenwerkingsverband het ermee eens zijn, kan het samenwerkingsverband vanaf 1 januari 2016 zelf al bepalen welke toelatingscriteria gelden.

Bij sommige partijen bestaat de zorg dat bijvoorbeeld leerlingen voor het voortgezet speciaal onderwijs terecht komen in praktijkonderwijs, omdat deze goedkoper is. De PvdA vreest dat als de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk worden voor de toewijzing van leerlingen naar het LWOO en PrO en criteria hiervoor gaan bepalen, dit perverse prikkels met zich meebrengt. De partij heeft daarom een amendement ingediend voor het behoud van de landelijke criteria voor PrO, waarin het afwijken van deze criteria in de overgangsfase naar 2018 onmogelijk wordt gemaakt. De staatssecretaris heeft toegezegd om de vinger aan de pols te houden en pas in 2016 een beslissing te nemen over de criteria. Op 10 maart wordt gestemd over de moties in amendementen die tijdens het debat in de Tweede Kamer zijn ingediend. 

© Nationale Onderwijsgids