Vanaf december 2015 gaat de Inspectie van het Onderwijs een volgende stap in het vernieuwde toezicht in de praktijk toetsen. Dat gebeurt bij 37 onderwijsbesturen en hun scholen/opleidingen. Bij de nieuwe werkwijze begint, anders dan momenteel, het toezicht bij de onderwijsbesturen.
Op basis van dit bestuursgesprek bepalen de inspecteurs welke bijbehorende scholen en opleidingen worden bezocht. Ook wordt meer gebruik gemaakt van de informatie die besturen en scholen/opleidingen zelf al hebben. De zogenoemde pilots lopen door tot eind februari 2016, en worden daarna geëvalueerd. Het vernieuwde toezicht zal naar verwachting in augustus 2017 overal worden toegepast.
In de komende maanden bezoekt de inspectie 24 besturen in het primair onderwijs, 7 besturen in het voorgezet onderwijs, 4 besturen in het speciaal onderwijs en 2 besturen middelbaar beroepsonderwijs. Alle besturen bleken op basis van vrijwilligheid bereid om mee te doen aan de pilots. Van elk bestuur wordt een deel van de scholen en opleidingen onderzocht. Daarbij wordt het nieuwe concept-waarderingskader gehanteerd.
De nieuwe waarderingskaders zijn mede dankzij de eerdere inbreng van het onderwijs- en beroepenveld tot stand gekomen. Iedereen kan een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de waarderingskaders, door deel te nemen aan de internetconsultatie via de website www.internetconsultatie.nl/waarderingskaders. Reageren kan tot 29 december 2015.
Al eerder heeft de inspectie nieuwe vormen van toezicht uitgebreid beproefd. De resultaten daarvan waren overwegend positief. Zo was er waardering voor de meer stimulerende manier waarop inspecteurs gesprekken voerden met schoolleiders en leraren. Ook werd op prijs gesteld dat de nieuwe werkwijze meer uitging van maatwerk. Die ervaringen worden meegenomen in deze nieuwe pilots. Bovendien houden de nieuwe pilots rekening met de veranderingen die zijn opgenomen in de nieuwe wet op het onderwijstoezicht. In dit wetsvoorstel, dat onlangs door de Tweede Kamer is aangenomen, staat onder meer dat er een scherper onderscheid moet worden gemaakt tussen toezicht op deugdelijkheidseisen en het stimuleren van de onderwijskwaliteit.
Het nieuwe toezicht is gebaseerd op twee pijlers: stimuleren en waarborgen. De inspectie wil stimuleren dat besturen en scholen stelselmatig werken aan de verbetering van het onderwijs. Daarnaast blijven de inspecteurs er onverminderd op toezien dat alle leerlingen en studenten onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit.
© Nationale Onderwijsgids