In 2014 zijn de uitgaven aan het Nederlandse onderwijs met bijna 0,7 procent gedaald, tot 41,3 miljard euro. Het onderwijs in Nederland en in Europa heeft te maken met verschillende (meer en minder complexe) ontwikkelingen. In Nederland krimpt het aantal leerlingen in het basisonderwijs, terwijl de aantallen in het hoger onderwijs stijgen. De overheid investeert in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en prestaties van leerlingen en probeert tegelijkertijd efficiënt met het beschikbare budget om te gaan. Dat meldt Onderwijs in Cijfers.
De totale overheidsuitgaven aan alle onderwijssectoren samen zijn in 2014 bijna gelijk aan die van 2013. Per sector zijn wel verschillende ontwikkelingen te zien, staat in het CBS rapport 'Uitgaven voor onderwijs 2014 Trends en ontwikkelingen'. Zo hebben basis en middelbare scholen in 2014 minder bekostiging ontvangen van de Rijksoverheid, zelfs als de middelen die de scholen in 2013 hebben gekregen zouden worden toegerekend aan 2014. De verlaging komt onder andere door het dalende aantal leerlingen.
In 2014 hebben gemeenten wel meer geïnvesteerd in de huisvesting van scholen in het basisonderwijs dan het jaar ervoor. Het gaat om een stijging van bijna 160 miljoen euro. Gemeenten hebben in 2014 minder geïnvesteerd in de huisvesting van andere scholen. Zo is er respectievelijk 30 miljoen euro minder gegaan naar het speciaal (basis)onderwijs en 170 miljoen euro minder naar het voortgezet onderwijs. De overheidsuitgaven aan het mbo, hbo en wo zijn in 2014 hoger dan in 2013. Dit komt vooral door een stijging in de uitgaven aan studiefinanciering vanwege een vooruitbetaling in 2014 van 450 miljoen euro voor de OV-studentenkaart van 2015.
In het rapport wordt voor Nederland onder andere ingegaan op de totale en de overheidsuitgaven aan onderwijs, de gedaalde uitgaven van bedrijven aan mbo-leerwerkplekken in de sector techniek en de gestegen uitgaven van huishoudens voor studerende kinderen. Het rapport is hier te lezen.
© Nationale Onderwijsgids