Vanaf 2016 zoeken consultatiebureaus op signalen van autisme bij baby's en peuters. Aan autisme is iets te doen en vroeg behandelen heeft effect, zo denken deskundigen. Autistische kinderen krijgen op dit moment de diagnose gemiddeld rondom hun zesde levensjaar. Consultatiebureaus willen de leeftijd hiervoor verlagen. Dit meldt de Volkskrant.
De consultatiebureaus gaan werken met het bestaande Van Wiechenschema, een signaleringslijst waarop acht signalen voor autisme staan. Een signaal is bijvoorbeeld dat een kind vanaf acht weken naar zijn ouders moet lachen. Ook wordt gekeken naar sociale aspecten, zoals de mate van contact dat een kind maakt of interesse in anderen. Bij te veel rode signalen, wordt een kind verder onderzocht.
“Hoe eerder het wordt ontdekt, hoe beter”, denkt Leidse hoogleraar orthopedagogiek Ina van Berckelaer, één van de samenstellers van de nieuwe richtlijn over autismespectrumstoornissen. “Met vier jaar moeten de meeste kinderen er wel uitgehaald zijn. Dit is niet te vroeg. Het zijn vaak moeilijke kindjes, ook al is er aan de buitenkant niets te zien.” Wanneer een kind één tot anderhalf jaar oud is, zijn de eerste signalen al te herkennen. Vanaf twee jaar kan een betrouwbare diagnose worden gesteld.
Het bewijs dat autisme te behandelen is, groeit. Gz-psycholooog Iris Servatius Oosterling van het Karakter Universitair Medisch Centrum Nijmegen: “Er is lang gedacht: als je autisme hebt, dan valt daar weinig aan te doen. Maar dat achterhaalde idee begint te veranderen.” In Nederland zijn er diverse behandelmethoden, waaronder Pivotal Response Treatment (PRT). Hierbij worden kinderen constant gestimuleerd om goed contact te maken en wordt er vooral uitgegaan van de interesses van het kind.
©Nationale Onderwijsgids