Het kabinet heeft vandaag in Istanboel bekend gemaakt extra steun te geven aan onderwijs voor kinderen in noodsituaties en langdurige crises. Velen van hen kunnen nu niet naar school. Met als gevolg een verlies aan toekomstperspectief, toenemende radicalisering en kans op uitbuiting, kinderarbeid of kindhuwelijk. Vooral meisjes zijn het slachtoffer, zegt minister Ploumen die samen met premier Rutte aanwezig is op de World Humanitarian Summit (WHS) in Turkije.
Wereldwijd zijn in 2015 meer dan 75 miljoen kinderen en jongeren getroffen door oorlogsgeweld of natuurrampen. Onderzoek laat zien dat onderwijs vrijwel altijd in de top 5 van prioriteiten staat. Het budget voor onderwijs in humanitaire crisis ligt echter op minder dan 2 procent van het totale noodhulpbudget. Ploumen: “We moeten voor komen dat er een lost generation ontstaat.” Met het oog daarop is door het kabinet 7 miljoen euro extra vrijgemaakt.
De Nederlandse bijdrage is toegezegd aan het ‘Education Cannot Wait’ fund dat een initiatief is van onder meer Unicef en oud-premier Gordon Brown, tegenwoordig UN Special Envoy for Education. Verschillende andere landen en organisaties hebben ook geld vrijgemaakt, waar onder Noorwegen, VS, UK, Canada, Libanon, Save the Children en Dubai Cares. Doel van dit fonds is om in vijf jaar tijd 34 miljoen kinderen te bereiken met kwalitatief goed onderwijs.
Voor Nederland is onderwijs al langer een prioriteit. Van het totaalbedrag voor humanitaire hulp wordt ongeveer 5 procent aan onderwijsprojecten besteed. Niet alleen aan basis- en middelbaar onderwijs, maar ook aan steun voor studenten. Ploumen: “Dit fonds heeft een drieledig doel: Méér onderwijs voor kinderen en jongeren. Maar óók een efficiëntere inzet van middelen. Plus een brug slaan tussen korte termijn noodhulp en de ontwikkelingsprogramma's voor langere termijn.”
© Nationale Onderwijsgids