Wouter den Engelsman, genomineerde Leraar van het Jaar 2021 voor speciaal onderwijs, breekt in deze column een lans voor zijn meervoudig beperkte leerlingen, die heel graag mee willen doen in de maatschappij, maar die door starre regels te weinig kansen krijgen. Dit meldt Leraar24.
Elke dag laat een handvol leerlingen met een meervoudige visuele beperking zich met de taxi naar Visio Onderwijs Rotterdam rijden om daar ontzettend hard aan het werk te gaan. Op onze speciaalonderwijsschool voor blinde en slechtziende leerlingen leren ze namelijk niet alleen het hoogst haalbare qua rekenen en taal, ze leren ook praktische vaardigheden. De leerlingen werken bijvoorbeeld in een grootkeuken aan hun horecavaardigheden, leren in de schooltuin over groen en krijgen les in zelfzorg, omgangskunde, schoonmaak en techniek.
Beperkingen doen er niet toe
Vanaf hun 15e gaan onze leerlingen op verschillende stages. Ook nemen ze deel aan een loopbaanonderzoek. Hier ontdekken ze wat ze goed kunnen, waar hun kracht ligt en welke werkzaamheden ze zouden willen verrichten op een begeleide werkplek of dagbesteding – als ze op hun twintigste uitstromen van school. Visio heeft de slogan ‘meedoen mogelijk maken’ en dat is niet voor niets. Voor ons doen de beperkingen van leerlingen er niet toe. Er is namelijk genoeg wat ze wel kunnen. Ik ben ervan overtuigd dat onze leerlingen stuk voor stuk fantastische werknemers worden, die later op hun werkplek, met een duidelijke taak, met de juiste begeleiding en in hun eigen tempo, zich het vuur uit de sloffen zullen lopen. Trouwere werknemers gaat een werkgever niet vinden!
Regelgeving
Hoe zonde is het dan om te zien dat veel van die talenten onbenut blijven? De belangrijkste reden daarvoor is de regelgeving. Onze leerlingen zijn afhankelijk van taxivervoer. Omdat vervoer geld kost, moeten onze oud-leerlingen binnen een straal van vijf kilometer van hun huis werken. Dat betekent dat onze leerlingen geen keuze hebben. Hebben ze groene vingers, maar is er in de buurt alleen een begeleide plek in de keuken? Dan hebben ze pech en moeten ze de horeca in.
Juiste indicatie
Daarnaast zijn onze leerlingen afhankelijk van een indicatie om te kunnen werken bij een dagbesteding of een beschutte arbeidsplek. Die indicatie wordt afgegeven aan de hand van een gesprek van ongeveer een uur. Jazeker: één uur. Leerlingen die soms 13 jaar bij ons op school hebben gezeten, van wie wij echt wel weten hoe ze in elkaar steken, krijgen van een onbekende na een gesprek van een uur te horen hoe arbeidsgeschikt ze zijn. Als die onbekende na een uur vindt dat een leerling voor 40 procent arbeidsgeschikt is (en dat hij dus voor dat deel betaald werk kan doen), krijgt de leerling een indicatie voor 60 procent. De consequentie hiervan is dat hij voor slechts drie dagen de juiste indicatie heeft. En welk bedrijf met winstoogmerk gaat onze fantastische werknemers voor die andere twee dagen aannemen? Juist, niemand. Verkeerde indicaties zorgen ervoor dat onze leerlingen vaak niet kunnen werken op een voor hun geschikte arbeidsplaats met de juiste begeleiding.
Meedoen mogelijk maken
Dit moet allemaal anders. Schrap die achterlijke vijfkilometerregel. Laat scholen leidend zijn in het aanvragen van de indicatie, omdat zij de leerlingen echt zien. Bovendien maakt dit handjevol meervoudig beperkte leerlingen, die zo graag mee willen doen in de maatschappij, echt geen misbruik van deze indicaties. Integendeel. Stop met kijken naar cijfers, kijk naar mensen. Dan pas kunnen we meedoen echt mogelijk maken!
Door: Nationale Onderwijsgids