De inrichting en uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moet beter geregeld worden. ‘Steeds vaker zien wij nu dat gemeenten, al dan niet gedreven door financiële krapte, de randen van de wet op zoeken. En daar zelfs moedwillig overheen stappen’ schrijft Ieder(in) in een brief aan de vaste Kamercommissie voor VWS. Dat meldt Ieder(in).
Op 31 maart komt de Wmo aan de orde in een commissiedebat met minister Helder en staatssecretaris van Ooijen. Ieder(in) bepleit al langere tijd dat er grote verbeteringen nodig zijn in inrichting en uitvoering van de Wmo. In de brief aan de Tweede Kamer presenteren we enkele van de vele signalen en knelpunten die we van onze achterban binnenkrijgen.
Duurzame en structurele veranderingen
Mensen met een (complexe) zorgvraag ervaren bureaucratie, onvoldoende deskundigheid en lange doorlooptijden in de toegang. Op omvang en kwaliteit van voorzieningen wordt flink bezuinigd, de toegang wordt belemmerd, in plaats van maatwerk worden niet-passende algemene voorzieningen aangeboden. En mensen worden vaak met wantrouwen tegemoet getreden. Aanvragers ervaren dat hun rechtspositie onder druk staat. Met de brief bepleiten we daarom duurzame en structurele veranderingen: een fundamenteel andere werkwijze, passende financiering en het verbeteren van toezicht, medezeggenschap en inspraak.
Passend budget
Gemeenten moeten hun wettelijke taken goed uit kunnen voeren. Daarbij hoort een passend budget. Krappe gemeentelijke financiën zorgen ervoor dat sturen op geld belangrijker wordt dan daadwerkelijk de zorg en ondersteuning bieden die mensen nodig hebben. Veel mensen betalen daardoor de rekening van tekorten, bezuinigingen en doorgeslagen efficiency-denken.
Ieder(in) vraagt de kamer een einde te maken aan de strijd over geld tussen gemeenten en Rijksoverheid en er voor te zorgen dat de stapeling van zorgkosten voor mensen met een beperking afneemt.
Elk type ondersteuning
De menselijke maat moet terug in het sociaal domein: denk niet vanuit de regelingen, maar vanuit de reële behoefte van inwoners. Werk vanuit vertrouwen in mensen met een ondersteuningsvraag en pas wet- en regelgeving daarop aan. Ongeacht om welk type ondersteuning het gaat: dus ook voor werk, school, wonen, mobiliteit, jeugdhulp, zorg of participatie. Stel die ondersteuningsvraag centraal en zorg voor een onafhankelijke, deskundige indicatiestelling, vragen we aan kabinet en Kamer. Zo wordt de beoordeling en aangeboden ondersteuning niet bepaald door alleen het beschikbare budget of aanbod.
Volwaardig toezicht
Zorg voor volwaardig toezicht op de kwaliteit van Wmo-voorzieningen. Met beter toezicht, en met versterking van de medezeggenschap en inspraak van inwoners, komen ongewenste gevolgen van beleid eerder aan het licht en wordt bijsturing beter mogelijk. We vragen de bewindslieden erop toe te zien dat gemeenten beter uitvoering geven aan deze wettelijke taak.
Tegelijk is het beter om te stoppen met werkwijzen die de rechtspositie van burgers verder kunnen ondermijnen, zoals resultaatgericht beschikken of beschikkingsvrij indiceren. Die rechtspositie kan ook worden versterkt door iedere gemeente te verplichten een onafhankelijk platform van mensen met een beperking en chronische aandoening in te stellen.
Door: Nationale Onderwijsgids