Veel mensen hoeven niet na te denken over klok kijken of over geld tellen. Maar voor ruim 2 miljoen laaggecijferden in Nederland is het allemaal niet zo vanzelfsprekend. De groep is zelfs groter dan het aantal laaggeletterde Nederlanders, maar volgens deskundigen krijgen ze lang niet zoveel aandacht. In opdracht van het ministerie van OCW kwam er een nieuw onderzoek naar en dit onderzoek moet verandering in de aandacht brengen. Dat meldt RTL Nieuws.
Ruim 590.000 Nederlanders hebben moeite met rekenen, tegenover 420.000 mensen die moeite hebben met taal. De Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht en het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO) doen, in opdracht van het ministerie van OCW, gezamenlijk onderzoek. Het doel is de bewustwording over gecijferdheid vergroten.
Niet hetzelfde als dyscalculie
Volgens onderzoeker Annemarie Groot (ECBO) is laaggecijferdheid niet hetzelfde als dyscalculie. “Het gaat om een stukje van die vaardigheid hebben, maar het ook kunnen toepassen. Als je op school angstig werd omdat je moeite had met rekenen, dan pas je het later niet toe. Dan ga je niet in de winkel een korting uitrekenen.”
Cijfers in grafieken
Ook gaat het niet alleen over rekenen en tellen, het gaat ook over cijfers in grafieken. Denk daarbij aan het coronadashboard of een tijdsschema van de bus of trein. Rekendocent Bart Lakeman werkte acht jaar in het mbo, en daar merkte hij ook grote verschillen in gecijferdheid onder studeren. “Het heeft niet altijd te maken met of je het wel of niet geleerd hebt, dat maakt het zo lastig.”
Meer aandacht voor laaggecijferdheid
De rekendocent is heel blij dat het probleem zichtbaarder wordt. “We hebben het altijd maar over laaggeletterdheid, en het is ook lastig als je laaggeletterd bent. Als je niet kan lezen dan krijg je ook problemen. Hetzelfde geldt bij een combinatie van laaggeletterdheid en laaggecijferdheid, maar ik hoop natuurlijk dat er nu ook meer aandacht komt voor laaggecijferdheid.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk