Het speciaal onderwijs gaat, als het aan de overheid ligt, zoveel mogelijk verdwijnen. De meeste leerlingen gaan naar een inclusieve, reguliere school in 2035. Kinderen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben gaan daar dan ook naartoe.

Taalontwikkelingsstoornis 

De 24-jarige Huttinga heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Dit houdt in dat haar hersenen taal minder goed verwerken. TOS is bij iedereen anders, maar bij Huttinga komt het erop neer dat praten net wat moeilijker gaat.

Cluster 2-onderwijs 

Als 4-jarige kwam Huttinga op het reguliere onderwijs terecht, maar daar bleek al snel dat ze niet altijd mee kon komen. Al vrij snel wordt besloten dat een speciale school voor cluster 2-onderwijs beter zou werken voor haar. Hier zitten leerlingen die doof of slechthorend zijn, of een taal-spraakontwikkelingsstoornis hebben. “Elke dag kwam ik met veel plezier naar school, want ik voelde mij eindelijk gezien en gehoord.”

Terug naar het reguliere onderwijs 

In groep vier werd besloten dat ze toch weer naar het regulier onderwijs moest. Terug naar haar oude basisschool. Voor het speciale onderwijs was Huttinga ‘te goed’.  Op haar oude school ging het in het begin best goed. Voor de vakken die ze moeilijk vond was er een ambulante begeleider beschikbaar die haar hielp.

In groep 7 stopte de begeleiding en Huttinga was de enige in de klas die niet goed mee kon komen met de rest. Op vakken als begrijpende lezen, spelling en Engels scoorde ze steevast onvoldoendes. Haar leerkracht had geen tijd om extra uitleg te geven, want er zaten nog veertien andere leerlingen in de klas.

De docenten zag Huttinga als een ‘gewone’ leerling, want ze zat tenslotte ook op een ‘normale’ basisschool. Dit zorgde ervoor dat ze al dom werd gezien. Tijdens de lessen vroeg ze namelijk meer dan andere leerlingen.

Buitengesloten 

Toen Huttinga vervolgens naar het vmbo ging en daarna naar mbo-3 voelde ze zich steeds meer buitengesloten. Daarom heeft ze weinig vertrouwen in het inclusief onderwijs. “Leerlingen met en zonder een ‘stempeltje’ samen in een klas, nee dat kan ik mij niet voorstellen. Hoe kun je leerlingen met bijvoorbeeld ADHD, autisme en/of tos met een of twee docenten voor de klas de juiste begeleiding geven?”

De klassen in het reguliere onderwijs zijn groot. Veel groter dan de groepen in het speciaal onderwijs, waar normaal gesproken maar tien leerlingen zitten. “Er zullen leerlingen verzuipen in die grote klassen.”

Vier clusters 

Het speciaal onderwijs is nu verdeeld in vier clusters. Binnen het speciaal onderwijs wordt ervoor gekozen om onderscheid te maken tussen de leerlingen met verschillende diagnoses en wat zij nodig hebben. Docenten moeten in het nieuwe systeem van inclusief onderwijs op de hoogte zijn van elke diagnose, maar Huttinga vraagt zich af hoe dit kan.

Directeur-bestuurder Alain van de Haar van de Sectorraad GO, de koepel voor het gespecialiseerd onderwijs, snapt heel goed waarom Huttinga zich druk maakt over het verdwijnen van het speciaal onderwijs. Meerdere leerlingen maken zich zorgen volgens hem. “Als kinderen horen dat ze naar het speciaal onderwijs moeten, zijn ze soms eerst heel verdrietig. Maar als ze er vervolgens naartoe gaan en zich wel gezien voelen, dan realiseren ze zich dat ze niet zo speciaal zijn, maar juist heel gewoon.”

Inclusief onderwijssysteem 

De koepel voor het speciaal onderwijs is positief over een inclusief onderwijssysteem voor alle kinderen. Maar ook de koepel weet dat er nog veel moet gebeuren voor het zover is.

Petitie 

Om het speciaal onderwijs te houden zoals het nu is, is Huttinga inmiddels een petitie begonnen. Ruim vierhonderd mensen hebben deze al ondertekend. Huttinga gunt andere kinderen een plek in het speciaal onderwijs.

Zelf is Huttinga nu bezig met een mbo 4-opleiding. Vanwege haar TOS krijgt ze af en toe extra ondersteuning.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk