Oppositiepartij D66 mag naar eigen zeggen van het kabinet 40 miljoen euro investeren in onderwijs. De partij heeft een deel van het geld gereserveerd voor het behoud van Nederlands onderwijs in het buitenland en voor het aantrekken van buitenlandse studenten naar onderwijs in Nederland.
Het Nederlands onderwijs in het buitenland ontvangt zowel in 2015 als in 2016 een bedrag van 5 miljoen euro, omdat D66 het van belang vindt dat Nederlandse kinderen in het buitenland de aansluiting op het Nederlandse onderwijs en de Nederlandse arbeidsmarkt niet mogen verliezen. Andersom vindt de partij het ook van belang dat het Nederlands onderwijs over de grens kijkt en buitenlandse studenten aantrekt. Hiervoor is 2 miljoen euro gereserveerd.
D66 zal verder een eenmalige investering van 3 miljoen euro doen in de Leidse Instrumentenmakersschool vanwege het groeiende studentenaantal. De Leidse Instrumentenmakersschool levert bijvoorbeeld de instrumenten waarmee astronauten in de ruimte werken, volgens kamerlid Paul van Meenen 'een succesverhaal in het mbo.'
Het MBO krijgt tweemaal 5 miljoen euro om te investeren in passend onderwijs, zodat extra zorg gegeven kan worden aan moeilijk lerende kinderen.
De overige miljoenen worden geïnvesteerd in het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek, voor onderzoek naar nieuwe lesmethoden (5 miljoen) en schonere en duurzamere schoolgebouwen (10 miljoen)
Doordat de toeslag voor kleine scholen blijft bestaan, kwam er een bedrag van 40 miljoen euro vrij, dat door D66 werd geclaimd. Het geld was in eerste instantie bedoeld ter compensatie voor kleine scholen, maar dat is nu niet meer nodig.
© Nationale Onderwijsgids
