Aan Theunis Piersma, hoogleraar Trekvogelecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, is een van de vier Nederlandse wetenschappers die dit jaar Spinozapremie krijgen. De prijs van Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) wordt ieder jaar uitgereikt aan topwetenschappers die baanbrekend onderzoek doen.
Piersma mag de NWO-premie van 2,5 miljoen euro vrij besteden aan zijn onderzoek: “Trekvogels zijn véél meer dan hun genoom alleen. Ze hebben een ongelooflijk aanpassingsvermogen aan hun veeleisende levenswijze en veranderingen in hun omgeving. Wij willen de wisselwerking begrijpen tussen die flexibiliteit en de omgevingen waarin ze opgroeien.” Piersma is behalve hoogleraar aan de RUG ook aan het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee verbonden, als senior waddenonderzoeker.
Piersma heeft de ambitie om voor het eerst trekgedrag te interpreteren in termen van de interactie tussen erfelijke informatie en contextuele informatie (over voedselbeschikbaarheid, natuurlijke vijanden en de van ouders en soortgenoten geleerde routines). In hoeverre bepalen jeugdervaringen – en dus niet de erfelijke aanleg - de latere trekroutines?
“We zullen ons concentreren op drie Nederlandse icoonsoorten –kanoeten, lepelaars en grutto’s– zodat we kunnen voortbouwen op veel noodzakelijke basiskennis. Van deze soorten houden we al jaren de burgerlijke stand bij en wordt de kwaliteit van hun leefomgevingen in Nederland en langs de trekroute nauwlettend in de gaten gehouden,” zegt de winnaar van de Spinozapremie.
© Nationale Onderwijsgids