(Novum) - Nederlandse universiteiten halen hun personeel steeds vaker uit het buitenland. Een derde van het wetenschappelijke personeel heeft nu een niet-Nederlands paspoort, blijkt volgens de Volkskrant uit cijfers van de vereniging van universiteiten VSNU.
Tussen 2007 en vorig jaar zijn bijna drieduizend onderzoekers en docenten aangetrokken vanuit het buitenland. Het aantal Nederlandse medewerkers bleef met zo'n twintigduizend vrijwel gelijk. Het extra academische personeel komt vooral uit Duitsland, maar ook uit China kwamen honderden promovendi en onderzoekers naar Nederland.
Met name in de technische vakken is de inbreng van buitenlandse academici groot. Vrijwel de helft van de onderzoekers daar is niet-Nederlands. Dat geldt ook voor de economische wetenschappen. Vakken als rechten, psychologie en sociologie zijn daarentegen nog zeer Nederlands.
Het zijn vooral de promovendi die steeds vaker uit het buitenland komen. Bijna de helft daarvan is van buitenlandse origine. Van de hoofddocenten en hoogleraren is het aantal verhoudingsgewijs lager: vijftien tot twintig procent heeft een buitenlands paspoort. Hun aandeel neemt sinds 2007 het minst snel toe.
De cijfers passen volgens de VSNU bij de Nederlandse ambitie om internationaal een toonaangevende kenniseconomie te zijn en bij het streven naar verdere 'internationalisering'. Studenten profiteren ervan, aldus de vereniging.