Woningnood behoort voor Nijmeegse studenten dit collegejaar nog tot het verleden, aldus Max Derks van de Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen (SSHN). Dit voorjaar is de kamernood in de stad 'kwantitatief opgelost', zegt hij. Er zijn honderden nieuwe kamers in studentencomplexen gebouwd. Ook zijn er op grote schaal particuliere initiatieven uitgevoerd. Het gevolg is, volgens Derks dat, in samenspel met het feit dat studenten langer thuis zullen blijven wonen door de invoering van het leenstelsel, de kamernood opgelost is. 

 

Dezelfde kentering is zichtbaar in de steden Utrecht, Amersfoort, Maastricht, Tilburg, Rotterdam en Zwolle, aldus de Stichting Studentenhuisvesting (SSH), die ruim 16 duizend kamers en woningen in deze steden verhuurt. Woordvoerder van de SSH Jesse van Mourik: “In Utrecht zijn de wachttijden gehalveerd: van twintig maanden in 2010 naar tien maanden nu. We hebben de laatste jaren veel bijgebouwd in Utrecht.” De markt is verbeterd, aldus Van Mourik door een betere samenwerking met woningcorporaties en de invoering van campuscontracten. “Die houden in dat studenten alleen bij ons kunnen komen wonen als ze studeren. Binnen een jaar na hun afstuderen moeten ze weer vertrekken. Daardoor hebben we beter zicht op wie student is en dus recht heeft om er te wonen en wie niet.”

 

Een keerpunt op de markt voor studentenwoningen is aanstaande, aldus Vincent Buitenhuis, directeur van de brancheorganisatie van studentenhuisvester Kences. “Wij verwachten dat dat volgend jaar zal zijn, al zien we in Nijmegen nu al een meer ontspannen markt. Het collegejaar 2015-2016 zal het echte keerpunt markeren, onder meer omdat er dan minder eerstejaars zullen zijn door de invoering van het sociale leenstelsel.”

 

© Nationale Onderwijsgids