De selectie van studenten voor toelating tot een Masteropleiding is momenteel kwalitatief niet goed genoeg. Dit blijkt uit bevindingen van het Europese Mastermind Europe-project. Criteria zijn niet duidelijk geformuleerd en worden subjectief ingevuld. Er mist een duidelijke onderbouwde visie. Dit meldt Vrije Universiteit Amsterdam.
In een tijd waarin selectie standaard is bij een toelating tot een Masteropleiding aan een Nederlandse universiteit, is het belangrijk dat de kwaliteit van de selectie goed en ook onderbouwd is. Hieraan schort het momenteel bij veel Masteropleidingen. In het Mastermind Europe project hebben universiteiten, waaronder de VU en andere deskundige instellingen uit acht landen, met steun van de Europese Commissie, een helder en stevig onderbouwd raamwerk voor selectie ontwikkeld. Hierin staan drie hoofdlijnen die gebruikt kunnen worden bij de toepassing van selectie, namelijk criteria (waarin moet een student goed zijn), normen (hoe goed moet de student daarin zijn) en testmechanismen (hoe stel je dat vast).
Na een testperiode met verschillende soorten Masteropleidingen in Europa, wordt in juli tijdens de slotconferentie door opleidingsdirecteuren van universiteiten uit heel Europa bekeken hoe zij het raamwerk op hun eigen Masters kunnen toepassen. Ook worden ervaringen uitgewisseld over hoe selectie een goede match tussen opleiding en student kan bevorderen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
