De netto-arbeidsparticipatie van niet-onderwijsvolgende jongeren was in de periode van 2015 tot en met 2017 het hoogst onder degenen met een hbo- of wo-diploma in de richting onderwijs. Jongeren met een technische- of informaticaopleiding werken veelal voltijd, jongeren met een opleiding in de richting gezondheidszorg of onderwijs werken veelal in deeltijd. Dit blijkt uit recent CBS-onderzoek op basis van de Enquête Beroepsbevolking, zo meldt het CBS.
Acht op de tien niet-onderwijsvolgende jongeren hadden betaald werk van één of meer uren per week. Gemiddeld was dat onder de gehele niet-onderwijsvolgende bevolking (15 tot 75 jaar) 67 procent. Onder jongeren die met minimaal een hbo- of wo-diploma het onderwijs hebben verlaten was de netto-arbeidsparticipatie het hoogst. Bijna 94 procent van hen was aan het werk. Dit geldt zowel voor jonge mannen als voor jonge vrouwen. Van de jongeren zonder startkwalificatie had 60 procent werk. Van deze groep was 64 procent van de mannen en iets meer dan de helft (53 procent) van de vrouwen werkzaam.
Zonder startkwalificatie het vaakst werk met technische opleiding
Van de mbo’ers met een opleiding in de richting techniek, industrie en bouwkunde had ruim 91 procent betaald werk. Van de jongeren zonder startkwalificatie was de arbeidsparticipatie onder degenen met een diploma in de techniek, industrie of bouwkunde het hoogst. Jongeren met een algemene opleiding vonden het minst vaak betaald werk. Het gaat hierbij om niet-beroepsgerichte opleidingen zoals de havo en het vwo.
Vaker vaste arbeidsrelatie met een technische achtergrond
De helft van de werkende, niet-onderwijsvolgende jongeren had een vaste arbeidsrelatie. Vooral jongeren met een technische achtergrond of in de informatie zijn vast in dienst zijn. Jongeren die een wiskundige of natuurwetenschappelijke studie hebben gedaan, of een onderwijsopleiding hadden naar verhouding het vaakst een flexibele arbeidsrelatie. Het betreft binnen deze onderwijsrichtingen over het algemeen opleidingen binnen het hoger onderwijs. Deze jongeren verruilen gemiddeld op een hogere leeftijd het onderwijs voor de arbeidsmarkt dan bijvoorbeeld de jongeren met een technische achtergrond.
Het aandeel zelfstandigen was onder jongeren met een opleiding in de richting vormgeving, kunst, talen en geschiedenis groter dan bij jongeren met een andere opleiding.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids