Hoe kunnen we jongeren behoeden voor klimaatstress? Dat alles verlammende gevoel dat de toekomst totaal onleefbaar wordt en dat er niets is om dat te voorkomen? Een antwoord ligt in het onderwijs. Meer bepaald: in lesmethoden die de natuurlijke creativiteit en verbeeldingskracht van jongeren stimuleren. En waarbij ze leren denken in mogelijkheden, en oefenen om een alternatieve toekomsten te verbeelden. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit Utrecht. Samen met de Stichting Technotrend onderzochten ze hoe het kan dat jongeren ‘bevangen’ worden door klimaatstress, en hoe je het bestaande discours kunt ombuigen in een richting die voor jongeren hoopgevend is en die ze handelingsperspectief biedt. “Appelleren aan schuldgevoelens en angst werkt alleen maar demotiverend.” Dat meldt de Universiteit Utrecht.
De onderzoekers signaleerden een vicieuze cirkel tussen dystopische toekomstbeelden, klimaatstress en een gebrek aan handelingsperspectief. “Die cirkel moeten we doorbreken en daarvoor is een hoopvolle, motiverende boodschap nodig”, aldus de Utrechtse ontwikkelingspsycholoog Sander Thomaes. “De klimaatverandering stelt ons voor enorme uitdagingen, maar met eco-anxiety komen we er niet”, vult Lisette van Beek aan. Zij onderzoekt hoe de boodschap van klimaatwetenschappers gebracht én ontvangen wordt. De stem van jongeren in het verbeelden en vormgeven van een nieuwe toekomst is onmisbaar, benadrukken de onderzoekers. Het tweetal besloot daarom samen te werken met de Stichting Technotrend, een ontwikkelaar van duurzaam onderwijs in Nederland.
Verbeeldingskracht
“Wij laten jongeren kennismaken met de kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om een duurzame samenleving te realiseren”, vertelt Yanna Hoek van Stichting Technotrend. “Met name met het begrip ‘systeemdenken’: op welke manier heeft alles invloed op elkaar? Dat is juist tegen deze achtergrond van belang, omdat klimaatverandering zich niet houdt aan landsgrenzen. Systeemdenken betekent ook dat we zowel het sociale en het technische perspectief meenemen. En hoe je dit dat dan weer vertaalt naar lokale klimaatactie. Kern van het verhaal is: denk na over de wereld waarin je zou willen leven, en wat is jouw invloed en bijdrage daar in.” Het sleutelbegrip daarbinnen is verbeeldingskracht. “Jongeren zijn vaak enorm creatief, maar deze vaardigheid wordt vaak te weinig gestimuleerd. Terwijl het kan helpen om verschillende perspectieven te leren zien en op een vernieuwende manier naar de toekomst te kijken.”
Andere rol voor docenten
Thomaes: “Door een betere aansluiting bij de belevingswereld en belangen van jongeren kun je ze overtuigen dat ze wel degelijk een bijdrage kunnen leveren aan een duurzame toekomst.” Daarvoor is wel een andere rol van docenten nodig. “Van louter kennisoverdrager naar gespreksfacilitator, iemand die meer naast dan tegenover een leerling staat. Docenten uiten die wens zelf ook.”
De kunsten kunnen helpen om abstracte thema’s zoals klimaatverandering meer tastbaar te maken. Speciaal voor docenten is daarom een aantal methoden ontwikkeld die toekomstdenken middels verbeeldingskracht stimuleren. “Een duurzame toekomst moet tastbaar zijn, maar tegelijkertijd wil je de discussie niet platslaan”, aldus Van Beek. “Er moet ook ruimte zijn voor verstilling in de les in relatie tot klimaatverandering. Alle vormen van twijfel en denken over duurzame toekomsten mogen er zijn.”
Door: Nationale Onderwijsgids