Minister Robbert Dijkgraaf (OCW) investeert structureel 200 miljoen euro extra per jaar in onderzoek en onderwijs. In de zogenaamde sectorplannen hebben universiteiten en universitair medische centra (umc’s) afspraken gemaakt hoe zij dit geld gaan verdelen. Met deze jaarlijkse grote investering worden niet alleen bestaande knelpunten opgelost, er wordt ook een sprong gemaakt in mogelijkheden voor onderzoek en onderwijs. De universiteiten verwachten in ieder geval 1.200 extra vaste banen te realiseren en dat zorgt voor de nodige rust en ruimte. Ook zijn scherpe keuzes gemaakt over taakverdeling tussen en van universiteiten en umc’s. Op deze manier zorgt het kabinet ervoor dat onderzoek en onderwijs in Nederland weer op het hoogste niveau beoefend kan worden. Dat meldt de Rijksoverheid.
Minister Dijkgraaf: “Ik ben erg trots op deze enorme structurele investering in nieuw talent over de volle breedte van de wetenschap. Hiermee kunnen we onze toppositie behouden en versterken. Met dit grote bedrag dat we elk jaar extra in onderzoek en wetenschap investeren, zorgen we ervoor dat vele jonge onderzoekers een vaste baan krijgen, universiteiten zich verder kunnen specialiseren en baanbrekende kennis zal worden opgedaan, die via het onderwijs wordt doorgegeven aan nieuwe generaties studenten. Hierdoor blijven we niet alleen onderwijs en onderzoek van wereldformaat behouden, maar leiden we ook nieuwe generaties op voor de wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen van morgen.”
Onderzoek
De sectorplannen geven instellingen en sectoren de ruimte om zich te specialiseren, onderzoekers vaste banen te geven en onderwijs van topniveau te verzorgen. In de afgelopen decennia is er onvoldoende aandacht geweest voor onderzoek en onderwijs. Minister Dijkgraaf heeft daarom al in juni 2022 bekend gemaakt meer dan 10 miljard euro te investeren in de wetenschap en onderwijs voor de komende 10 jaar. Na die 10 jaar zal er jaarlijks nog steeds 700 miljoen euro extra geïnvesteerd worden over de gehele breedte van het onderzoek en onderwijs. De sectorplannen vormen het hart van deze investering waarvoor structureel per jaar 200 miljoen euro is vrijgemaakt. Zonder deze investering zal Nederland zijn toppositie verliezen in de wereld en zal de werkdruk in het onderzoek en onderwijs ongekend hoog blijven. Hierdoor zullen noodzakelijke onderzoeksdoorbraken niet bereikt worden en krijgen studenten niet het onderwijs van het niveau dat ze verdienen en nodig hebben.
Extra mensen in vaste dienst aannemen
Medewerkers aan universiteiten en universitair medische centra gaan de effecten van de investeringen direct merken. Zo is er ruimte om extra mensen in vaste dienst aan te nemen, onderzoeksmateriaal te kopen, maar ook om ruimte te geven om excellent onderwijs te kunnen geven en toponderzoek te doen.
De jaarlijkse investering van 200 miljoen euro zorgt ervoor dat er in ieder geval 1200 extra vaste posities op universiteiten gecreëerd worden waardoor de werkdruk verlicht kan worden. Die extra posities bestaan uit onderzoekers, docenten maar ook labcoördinatoren, datamanagers en overige ondersteunde functies. De plannen zijn hiervoor nu opgesteld, waarbij minister Dijkgraaf meegeeft dat ook in de uitvoering van de plannen iedere medewerker goed meegenomen en gehoord moet worden. Tot nu toe worden aan jonge onderzoekers voornamelijk tijdelijke contracten gegeven. Dit leidt vaak tot onzekerheid, kortdurend onderzoek en ongelijkheid binnen vakgroepen. Deze extra middelen maken het mogelijk het tij te keren.
Samenwerking
Belangrijk doel van de sectorplannen is het bevorderen van de samenwerking tussen de instellingen, de samenhang tussen onderwijs en onderzoek en het aanbrengen van focus. Hoewel er al breed samengewerkt wordt tussen instellingen in Nederland kan het nog beter. Tot voor kort wilden instellingen op teveel terreinen inzetten qua onderzoek en qua onderwijs.
De sectorplannen zorgen ervoor dat het gehele veld van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek focus moet aanbrengen. Samen hebben instellingen keuzes gemaakt over taakverdeling en profilering tussen en van universiteiten en umc’s. Zo is het soms veel slimmer dat een instelling zich meer focust op A en een andere instelling zich focust op B. Nieuw daarbij is dat die keuzes op het niveau van de gezamenlijke vakgroepen zijn voorbereid in plaats van door de besturen. Dus precies daar waar men goed zicht heeft op waar het knelt.
Sectorplannen
Sectorplannen voor alle sectoren in onderzoek en onderwijs. Tot voor kort waren er maar plannen voor enkele sectoren. De keuzes die gemaakt zijn in de sectorplannen sluiten aan bij de samenleving van nu zoals; de inzet op duurzame energie in het sectorplan Bèta, medische robotica binnen het sectorplan Techniek, en bij het sectorplan Sociale en Geesteswetenschappen het thema Maatschappelijke transitie en gedragsverandering. Daarnaast wordt ingezet op datagedreven innovatie in het sectorplan Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen.
Positief advies
Voor het beoordelen van de bijbehorende investeringen van de sectorplannen is de Nationale Commissie Sectorplannen geïnstalleerd. De commissie heeft minister Dijkgraaf in haar tweede advies positief geadviseerd: “De commissie oordeelt dat de plannen een belangrijke bijdrage leveren aan het toekomstbestendig maken van het universitaire bestel door landelijke samenwerking en specialisatie op het gebied van onderzoek en onderwijs. De domeinen hebben concrete plannen om het aantal vaste contracten te laten stijgen en de werkdruk te verlagen.”
Door: Nationale Onderwijsgids