Normal_foto-principe-akkoord-noa1

Financiële lucht voor onze scholen, moderne arbeidsvoorwaarden en flexibilisering van onderwijstijd zijn de belangrijkste punten voor de VO-raad bij het Nationaal Onderwijsakkoord.

Deze punten hebben de leden van de VO-raad dan ook als inzet vastgesteld tijdens de ALV van november 2012. 

PRINCIPEAKKOORD 
Op 2 september bereikten minister Bussemaker, staatssecretaris Dekker en de Stichting van het Onderwijs een principeakkoord over de toekomst van het onderwijs.

Met dit akkoord wordt de aantrekkelijkheid van het beroep van docent vergroot, de positie van de leraren versterkt en de werkdruk van onderwijspersoneel verlaagd.

Het akkoord is een voorwaarde voor het vrijkomen van de intensiveringsmiddelen voor het onderwijs, oplopend tot 689 miljoen euro. Omdat onderdelen ervan direct samenhangen met de begroting 2014, die pas op Prinsjesdag openbaar wordt, zal de tekst van het akkoord na Prinsjesdag door de partijen worden gepresenteerd. Daarna legt de VO-raad het akkoord aan zijn leden voor.

Deze punten hebben de leden van de VO-raad dan ook als inzet vastgesteld tijdens de ALV van november 2012. 

Voorzitter van de VO-raad Sjoerd Slagter: "Het was een lang en soms moeizaam proces om tot dit akkoord te komen. We hebben stevige gesprekken gevoerd, waarbij financiële lucht voor onze scholen, moderne arbeidsvoorwaarden en flexibilisering van de onderwijstijd voor de VO-raad de belangrijkste punten waren. We zijn uiteindelijk tot breed gedragen en goede afspraken gekomen. Het eindresultaat biedt perspectief voor het onderwijs. We zullen het akkoord dan ook met een positief advies aan onze leden voorleggen."

Het akkoord bevat afspraken over:

een impuls voor de werkgelegenheid in het funderend onderwijs, waardoor in 2014 3000 jonge leraren extra een baan kunnen krijgen of houden
invulling en flexibilisering van de onderwijstijd in het VO
de ruimte voor primaire arbeidsvoorwaarden
modernisering van secundaire arbeidsvoorwaarden
wettelijke verankering van het lerarenregister: in 2017 moet geborgd zijn dat iedere onderwijsgevende gekwalificeerd en bevoegd is
tijd en middelen voor nascholing
versterking van de positie van de leraar onder andere door een professioneel statuut in het funderend onderwijs waarmee de zeggenschap van onderwijsteams wettelijk wordt geregeld
vermindering van werkdruk en van administratieve verplichtingen voor de leraar; er komt een onderzoek naar administratieve rompslomp in het onderwijs
de inzet van de intensiveringsmiddelen voor het onderwijs uit het regeerakkoord

© Nationale Onderwijsgids