Normal_passend_speciaal_onderwijs_leerling_leerkracht_docent_les

Artsen zouden soms onterecht denken dat ernstige spraak- en taalproblemen bij kinderen vanzelf overgaan, terwijl ze een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben. Dit stellen hoogleraar orthopedagogiek Harry Knoors en hoogleraar logopediewetenschap Ellen Gerrits. De stoornis komt relatief vaak voor en zou grote gevolgen hebben voor de rest van het leven van de kinderen. Dit meldt de Volkskrant.

Kinderen met TOS zouden grote moeite hebben om zich uit te drukken, terwijl ze meestal wel een normale intelligentie hebben. De helft van de consultatiebureaus zou werken met een verouderde screeningsmethode om TOS op te sporen. Volgens Knoors is er inmiddels een betere test, maar die is niet verplicht.

“Nogal wat artsen bij consultatiebureaus denken dat het praten van de kinderen vanzelf goedkomt. Ze stellen ouders gerust. Daardoor wordt de stoornis vaak pas ontdekt als kinderen allang op school zitten. Dan zijn ze zeven, acht en lopen ze helemaal vast”, zegt Knoors. Na het achtste jaar zou het steeds moeilijker zijn om de stoornis aan te pakken. “Dan zijn er kostbare jaren verloren. Je kunt de stoornis niet wegnemen, maar als je er vroeg bij bent kun je hem wel beperken”, zegt Noëlle Uilenburg van behandelinstituut NSDSK.

Hoogleraar Gerrits stelt dat een taalstoornis even beschadigend voor een kind is als ADHD. Kinderen zouden gefrustreerd raken of krijgen faalangst en trekken zich terug. Kinderen met TOS zouden vaak gedragsproblemen ontwikkelen. Jeugdarts Margot van Denderen, gespecialiseerd in TOS, zegt dat deze kinderen geregeld gepest worden en later meer moeite hebben met het vinden van werk.

Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid erkent dat de signalering verbeterd kan worden. “Het is belangrijk dat dit gebeurt, maar het kost tijd. Meer dan de helft van de bureaus is ermee bezig of heeft de nieuwe test ingevoerd, maar de kennis hierover is nog niet zo lang algemeen bekend.”

© Nationale Onderwijsgids