Lager opgeleiden hebben niet alleen tijdens hun schooltijd te maken met achterstanden, ook in hun verdere leven lijken die achterstanden alleen maar groter te worden. Daarvoor waarschuwt het Centraal Planbureau (CPB). Dat meldt het AD.
Volgens CPB-directeur Laura van Geest klopt het beeld van de hoge solidariteit in Nederland niet helemaal. Volgens haar wordt er in ons land niet genoeg gedaan om mensen met weinig talent het maximale uit zichzelf te halen. Cijfers laten dat volgens de directeur duidelijk zien.
9-jarige kinderen die in hun klas het minst presteren, behalen zes jaar later op de middelbare school alleen maar mindere resultaten vergeleken met kinderen uit heel Europa. De leerlingen die op de basisschool het best scoren, doen dat op hun 15e zelfs nog beter. De verschillen tussen lager- en hoger opgeleiden lijken dus alleen maar groter te worden.
Niet alleen verdienen lager opgeleiden later minder geld, ze zijn vaak ook ongelukkiger en ongezonder dan hoger opgeleiden. “Dat gun je niemand”, aldus Van Geest. Als er iets aangedaan kan worden, moet dat ook gebeuren, zegt ze. Om die verschillen beter aan te kunnen pakken is er kennis nodig en moet het mogelijk zijn om gegevens uit te wisselen. Door privacy is dat laatste vaal lastig te realiseren, zegt Van Geest.
“Lageropgeleiden roken, drinken te veel, eten te veel en bewegen te weinig. De gedragseconomie leert ons dat voorlichting vaak te weinig uithaalt en dat verbieden of duurder maken soms gewoon het beste is. Maar verboden vinden we in Nederland ingewikkeld, paternalistisch. Je mag niet meer roken in het café, maar dat heeft heel wat strijd gekost." De directeur van het CPB is dan ook van mening dat het invoeren van meer verboden de kloof tussen hoger- en lager opgeleiden kleiner kan maken. Of de politiek daar uiteindelijk iets mee doet, is aan het kabinet, sluit Van Geest af.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids