Wat is er nodig om de leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen te verbeteren? En hoe ziet effectief leesonderwijs eruit? Dat zijn centrale vragen in het rapport dat de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) op donderdag 3 februari in ontvangst nam. Wetenschappers van de Universiteit Leiden lichtten de onderzoeksresultaten toe tijdens een technische briefing. Dit meldt de Tweede Kamer.
In het rapport Sturen op begrip: Effectief Leesonderwijs in Nederland is gekeken naar de oorzaken van de afgenomen leesvaardigheid van leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs, het zogeheten funderend onderwijs. In het rapport staan adviezen over wat nodig is om de leesvaardigheid weer op peil te brengen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de commissie voor OCW.
Goed begrip leren lezen
De onderzoekers concluderen onder meer dat veel Nederlandse leerlingen moeite hebben met verdiepend lezen. De onderzoekers stellen ook dat er al veel bekend is over wat er nodig is om leerlingen met goed begrip te leren lezen. Maar deze kennis komt slechts mondjesmaat en weinig systematisch in het onderwijs terecht. Het belangrijkste struikelblok is deze kennis concreet toe te passen in de klassituatie van een leraar, aldus de onderzoekers.
Handelingsperspectieven
In het rapport staan verschillende mogelijkheden om actie te ondernemen, bijvoorbeeld voor de leraar, schoolleiding en overheid. Deze handelingsperspectieven hebben de onderzoekers opgesteld om leerlingen te helpen. Zij kunnen zich processen en strategieën eigen maken om beter te leren lezen voor verschillende doelen.
Problemen met basaal leesbegrip
Het externe onderzoek komt voort uit een motie. Uit de Staat van het Onderwijs 2020 blijkt dat de leesvaardigheid van Nederlandse jongeren al jaren daalt en uit onderzoek van de OESO blijkt dat bijna een kwart van de 15-jarigen problemen met basaal leesbegrip heeft. De resultaten van andere (inter)nationale toetsen bevestigen dit beeld. Dit vormde de aanleiding voor de motie-Rog c.s., die in juni 2020 unaniem door de Tweede Kamer werd aangenomen.
De bijeenkomst vond hybride plaats. Na de overhandiging van het rapport gingen Kamerleden van de commissie voor OCW met de wetenschappers via videoverbinding in gesprek tijdens een technische briefing. Deze werd verzorgd door Paul van den Broek, hoogleraar pedagogische en onderwijswetenschappen, Christine Espin, hoogleraar leerproblemen en orthopedagogische interventies in het onderwijs, en Anne Helder, universitair docent onderwijswetenschappen. De overhandiging en technische briefing is enkele uren na afloop terug te kijken via deze website en Debat Gemist.
Door: Nationale Onderwijsgids