Zodra digitale geletterdheid (DG) wettelijk verankerd is in de nieuwe kerndoelen, gaat de Inspectie van het Onderwijs hier ook toezicht op houden. Vooruitlopend daarop brengt de inspectie nu al in beeld hoe het DG-onderwijs ervoor staat en welke competenties leerlingen aan het einde van het basisonderwijs moeten hebben. Daarvoor wordt een peilingsonderzoek in het basisonderwijs uitgevoerd. Wat kunnen scholen verwachten? Dat meldt Kennisnet.
“Veel is nog onzeker”, benadrukt programmanager peilingsonderzoek van de inspectie Marleen van der Lubbe, “omdat digitale geletterdheid nog geen wettelijke basis heeft.” Maar om te anticiperen op datgene wat komen gaat, wordt dit voorjaar (2022) een eerste grootschalig peilingsonderzoek uitgevoerd bij meer dan honderd basisscholen. Al eerder, in 2021, vond een pilot plaats om de meetinstrumenten voor het onderzoek uit te proberen en bij te stellen.
Onderzoek
“Wat we willen, is in kaart brengen wat de competenties op het gebied van digitale geletterdheid zijn van de leerlingen van eind groep 8. En welke aandacht daar nu al in het onderwijs aan wordt gegeven”, aldus Van der Lubbe. Het onderzoek zal dus meer omvatten dan alleen vragenlijsten voor de leerlingen. Er worden ook interviews gehouden met schoolleiders, leraren en leerlingen over de invulling van hun DG-onderwijs. Dit deel van het onderzoek voeren inspecteurs uit in de rol van onderzoeker. Zij zijn aanvullend getraind om dit soort onderzoek te doen.
Van der Lubbe verwacht grote verschillen tussen scholen, omdat digitale geletterdheid op dit moment nog geen deel uitmaakt van het officiële onderwijsprogramma. Daardoor zal het peilingsonderzoek volgens haar een soort nulmeting zijn: een beschrijving van de situatie voordat de kerndoelen voor het onderwijs in dit leergebied beschikbaar zijn.
Een van de uitdagingen bij het opzetten van het peilingsonderzoek, was: bepalen wat nu eigenlijk DG-competenties zijn. Wat moeten leerlingen weten en kunnen aan het eind van groep 8? De domeinbeschrijving van SLO (pdf) is het uitgangspunt voor de te peilen DG-competenties.
Dialoog
Eind 2023 worden de bevindingen van het peilingsonderzoek gepubliceerd in een rapport. Dat rapport is vooral bedoeld voor onderzoekers en beleidsmakers, en moet volgens Van der Lubbe een dialoog op gang brengen over de onderwijskwaliteit van digitale geletterdheid. “Zijn we tevreden over de competenties van de leerlingen? Wat vinden we van de aandacht voor dit leergebied in het onderwijs?”
Reflectiewijzer
Daarnaast wordt er een reflectiewijzer voor schoolleiders en -bestuurders uitgebracht, met de belangrijkste bevindingen, aanbevelingen en tips. Net zoals dat eerder gebeurde met de Reflectiewijzer Schrijfonderwijs.
Digitale geletterdheid staat niet in de wet
“Onze primaire opdracht is altijd om te kijken of scholen en hun verantwoordelijke bestuurders zich aan de wet houden”, zegt Niels van Leuteren, inspecteur primair onderwijs. Hij bezoekt en inspecteert basisscholen, en spreekt met bestuurders. Digitale geletterdheid is bij hem inmiddels een vast onderdeel van die gesprekken. “Maar omdat er over digitale geletterdheid nog niets in de wet staat, kunnen we daar niet op handhaven. Daarom kunnen we dat alleen in gespreksvorm aankaarten”, legt Van Leuteren uit. Mocht een school nog geen DG-ambities hebben, dan kan daar op dit moment alleen nog maar “op gewezen worden”.
In de gesprekken die hij tot nu toe voerde, zag Van Leuteren dat DG sterk leeft. “Veel scholen zijn bezig met de digitale wereld. Zeker in de coronaperiode. Het thema speelt. Alleen moet je dan nog wel de stap zetten naar digitale geletterdheid. Dat is toch iets meer dan kunnen omgaan met digitale middelen.”
Kerndoel
Plannen zijn er ook, onder andere om het po-peilingsonderzoek in de toekomst uit te breiden naar het speciaal basisonderwijs, en misschien ook naar het voortgezet onderwijs. “Zodra digitale geletterdheid onderdeel van de kerndoelen is, kunnen we er frequenter onderzoek naar gaan doen”, kondigt programmanager Van der Lubbe aan. “Dan kunnen we ook trendanalyses doen. Maar dan moeten we eerst iets opbouwen.”
Door: Nationale Onderwijsgids