Boosheid is een vaak voorkomende emotie die bepalend is voor het welzijn en gedrag van iemand. Het kan leiden tot zowel negatief gedrag (bijvoorbeeld agressie tegen een dader) als positief gedrag (helpen van een slachtoffer). Psycholoog Janne van Doorn schreef een proefschrift over hoe boosheid de aanzet kan vormen voor prosociaal gedrag, of de motivatie om iets te doen aan onrecht dat iemand anders overkomt. Van Doorn promoveerde gisteren aan Tilburg University.
NOG
Onderzoek: boosheid leidt tot sociaal gedrag
-Mensen kunnen boos worden omdat henzelf iets wordt aangedaan (eerstepersoonsboosheid) of omdat een ander iets wordt aangedaan (derdepersoonsboosheid). Boosheid kan leiden tot wraak, geweld of straffen richting ‘dader’, maar kan ook leiden tot de keuze om het slachtoffer te helpen. Dat laatste wordt prosociaal gedrag genoemd.
Van Doorn analyseerde diverse wetenschappelijke literatuur en studies om te laten zien wat de negatieve en prosociale gedragsconsequenties zijn van boosheid. Deelnemers (in aantal variërend van 100 tot 300 per studie) kregen cases voorgelegd die boosheid opwekken, waarna onderzocht werd hoe ze zich voelden en reageerden. Van Doorn vond onder andere dat boosheid tot prosociaal gedrag leidt wanneer men daarmee onrecht kan rechtzetten. Op de vraag hoe vaak mensen boosheid ervaren in eerste- en derdepersoonssituaties, luidt het antwoord: evenveel. Een andere bevinding was dat prosociaal gedrag terug te zien is in de vorm van hogere donaties aan een goed doel.
© Nationale Onderwijsgids