Volgens hoofdredacteur Frank Steenkamp vinden sommige populaire opleidingen het blijkbaar handig om de indruk te wekken dat ze minder veelbelovende studenten mogen afwijzen, tijdens de matching of studiekeuzecheck die elke universiteit tegenwoordig vanaf 1 mei organiseren. Maar, voegt hij eraan toe, “dat mag niet”. Er zijn meer gevallen waarin de voorlichting van universiteiten vaak minder eerlijk is. Bij studies met een zwakke arbeidsmarkt worden de beroepsperspectieven op grote schaal te fraai voorgesteld. Dat geldt ook voor het startsalaris van afgestudeerden. Dit wordt zodanig gepresenteerd dat het zelfs bij de zwakste opleiding nog best lijkt mee te vallen.

“Daarom blijven wij nou een onafhankelijke Keuzegids maken”, meldt de gidsredactie. Het vergelijken van opleidingen en instellingen staat in de gids centraal. Dat geldt voor baankansen, toelatingseisen én inhoud van de studies. Wie denkt de juiste studie gevonden te hebben, wordt verwezen naar ‘verwante studies’ om toch ook nog te bekijken. Bekend is de Keuzegids verder vooral van de ranglijsten per studie, waarin de prestaties en kwaliteit van opleidingen worden vergeleken.

Dit jaar zijn hier 404 bacheloropleidingen aan onderworpen. Er blijken er 52 zo ver boven de rest uit te steken dat ze zich “topopleiding” mogen noemen. De opleidingen die hoog scoren in de Keuzegids zijn kleinschaliger en intensiever dan de gemiddelde universitaire studie. De studenten (die via enquêtes een flink deel van het oordeel van de Keuzegids bepalen), zijn hier tevredener dan bij opleidingen die op het oog misschien ‘makkelijker’ zijn. Bovendien blijkt hier minder studenten afhaken. Binding en motivatie zijn sleutelfactoren voor studiesucces. 

© Nationale Onderwijsgids