Tijdens de kindertijd kunnen veel vaardigheden en functies alleen in zogenaamde kritische periodes geleerd worden. Er wordt verondersteld dat het openen en sluiten van deze kritische periodes gebeurt in de hersenschors, de buitenste schil van de hersenen. Onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut van de KNAW hebben echter ontdekt dat een structuur diep in het brein een cruciale rol speelt bij de regulatie van deze kritische periodes. Dat meldt KNAW.
Deze ontdekking, die deze week gepubliceerd is in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature Neuroscience, is belangrijk voor ons begrip van ontwikkelingsstoornissen in het brein, variërend van een lui oog tot verstandelijke beperkingen. Alleen tijdens kritische periodes in de ontwikkeling van de hersenen kun je perfect vaardigheden en functies leren, zoals spreken of het zien in 3D met twee ogen. Als deze leermomenten tijdens de ontwikkeling niet goed verlopen, ondervind je daar de rest van je leven problemen van.
Een halve eeuw van onderzoek naar hoe de hersenen leren om de visuele input van twee ogen te integreren heeft tot de conclusie geleid dat dit proces plaatsvindt en geregeld wordt in de visuele hersenschors. Neurowetenschapper Christiaan Levelt en zijn team hebben nu de verrassende ontdekking gedaan dat een ander hersengebied, de thalamus – verantwoordelijk voor het doorgeven van de informatie van de ogen aan de visuele hersenschors – óók een cruciale rol speelt bij het openen van deze kritische periodes.
Door gebruik te maken van elektrofysiologische metingen in genetisch gemodificeerde muizen toonden zij aan dat de thalamus remmende zenuwcellen bevat die bepalen hoe efficiënt de hersenen leren de input van beide ogen te integreren. Levelt: 'Om ontwikkelingsstoornissen te behandelen, volstaat het heropenen van de kritische periode in de visuele schors mogelijk niet. Onderzoek moet zich niet beperken tot de hersenschors maar moet zich ook richten op de thalamus en op de manier waarop deze informatie voorbewerkt voordat deze de schors binnenkomt.'
Dit onderzoek biedt mogelijk hoop voor mensen met albinisme, die vaak een beperkt binoculair gezichtsvermogen hebben als gevolg van de misrouting van de oogzenuwen naar de thalamus. Levelts team ontdekte dat, in tegenstelling tot de gangbare mening, de plasticiteit van binoculair gezichtsvermogen ook in de thalamus zelf voorkomt, wat erop wijst dat kinderen met albinisme dit door oefening zouden kunnen verbeteren.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids