Het convenant sluit aan op de visie van de VO-raad, waarvan de voorzitter onlangs stelde: “Voor sommige kinderen is een definitieve keuze op 11- of 12-jarige leeftijd te vroeg. Zij weten pas later waar hun talenten liggen.” De raad pleit dan ook voor brede brugklassen of tienercolleges − zoals het project van Windesheim en de drie scholenorganisaties − waarin die schoolkeuze veel langer wordt uitgesteld.

“Soms lijkt ons onderwijsmodel wel in beton gegoten. We delen vanaf dag één leerlingen in hokjes in en die vroege selectie leidt tot kansenongelijkheid”, aldus onderwijsdirecteur Bert Meijer die namens Windesheim ondertekent. Dit convenant moet het tij keren. Leerlingen vanaf 10 jaar krijgen straks les op hun eigen niveau van leraren uit basis- én voortgezet onderwijs. Op uiterlijk 14-jarige leeftijd kiezen ze voor vervolgonderwijs dat bij hen past. “Zo creëer je ruimte voor groeipotentieel, zoals bij laatbloeiers en kinderen die meertalig zijn. In een tienercollege beoordeel je leerlingen uiteindelijk op het eindniveau dat haalbaar is, niet hun instapniveau!”

Voor het Teachers College is er binnen het project een voortrekkersrol ingeruimd. In deze opleiding, die Windesheim in Zwolle en Almere aanbiedt, maken studenten kennis met nieuwe leervormen én met het basis- en voortgezet onderwijs, voordat ook zij een definitieve keuze maken − in hun geval de pabo of een lerarenopleiding voor voortgezet onderwijs. Drie studenten uit de allereerste lichting van 2015 gaan zelfs voor beide routes: bij uitstek de leraren in spe om deze tieners te begeleiden. Een docent van de opleiding is dan ook nauw betrokken bij het curriculumontwerp.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids