
Studenten- en jongerenorganisaties voeren op donderdag 20 maart actie voor een verplichte stagevergoeding. Minister Bruins van Onderwijs liet eerder weten dat de verplichte stagevergoeding er voorlopig niet van komt. Studenten en hun vertegenwoordigers zijn daar niet blij mee. Dat meldt de NOS.
“Ik loop een best wel intensieve stage, daarnaast moet ik ook nog schoolwerk en stageopdrachten maken en ik heb nog een bijbaan”, aldus de twintigjarige Mara die de studie mbo-verpleegkundige volgt. Haar stagevergoeding is 175 euro per maand en daar komt ze niet van rond. Vandaar dat ze een bijbaan ernaast heeft.
Minimale stagevergoeding
Studentenorganisaties ISO, CNV Jongeren en JOB MBO praten daarom vandaag in Den Haag met politici en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven om te praten over een minimale stagevergoeding.
ISO-voorzitter Mylou Miché geeft aan dat er veel op het spel staat. “Niet iedereen kan nu gaan stagelopen, het onderwijs is nu niet voor iedereen toegankelijk.” Volgens voorzitter Kayleigh el Chab van JOB MBO moet iedere student gewaardeerd worden voor het harde werk dat hij of zij doet.
De studentenorganisaties willen dan ook dat de stagevergoeding verplicht wordt en minimaal 500 euro. Dat zijn de gemiddelde inkomsten van een studentenbaan volgens het Nibud.
Cao bedrijven
Een stagevergoeding is nu steeds vaker te vinden in de cao van bedrijven. In 10 procent van de cao’s stond in 2023 een stagevergoeding opgenomen, in 2025 is dat al 17 procent. 40,5 procent van de mbo-studenten kreeg in 2023 een financiële vergoeding. In 2024 was dit aantal gestegen naar 42 procent, maar 60 procent van de mbo’ers ontvangt niets. In het hbo krijgt driekwart van de studenten een stagevergoeding.
Taken en verantwoordelijkheden van een werknemer
Studenten zijn stagiair, maar ze krijgen vaak de taken en verantwoordelijkheden van een werknemer. Verpleegkundestudent Mara herkent zichzelf daarin. “Er is een personeelstekort, dus je draait meteen mee. Als je je stageopdrachten wil maken, moet je daar echt even over zeuren.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk