Normal_foto_anke_2_1

Ik was vijftien, zat in ongeveer drie identiteitscrisissen en had geen idee wat ik met mijn leven aan moest. Je hoort mensen vaak zeggen dat de middelbare school de leukste periode van je leven is. Ik hoopte hard van niet. Het zou weinig goeds voor de rest van mijn leven beloven.

Door Anke Odinga

Dom

Samen met mijn beste vriendinnetje koos ik voor het vak 'filosofie'. Ik wist niet echt wat het inhield, maar het kon niet erger zijn dan de exacte vakken waar ik graag aan wilde ontsnappen. Ik was niet echt een hoogvlieger op school. De meeste vakken spraken me niet zo aan. Ik vond het moeilijk om feiten in mijn hoofd te stampen. Voelde me dom als ik hiervoor dan lage cijfers haalde. Hoe moeilijk kon het zijn? Haalde ik wel een hoog cijfer dan gaf me dat ook geen bevredigend gevoel, want wat leerde ik hier nu echt van?

Apen

In de filosofielessen begonnen we met het schrijven van een essay over apen. Ik had een belachelijk hoog cijfer en begreep niet hoe dit kon. Ik had immers maar wat opgeschreven, hoe kon dat nu goed zijn? Langzaam maar zeker werd ik door dit vak gegrepen. Er ging een wereld voor me open. Mijn beste vriendin en ik filosofeerden ons een slag in de rondte. We verdiepten ons in extremisme, spiritualiteit en de dood. Het kon ons niet ingewikkeld genoeg zijn.

Lievelingetje

Al snel kwam ik er achter dat ik het lievelingetje van mevrouw Lavrov was. Ik vond het verschrikkelijk en vleiend tegelijk. Wist niemand het antwoord op een vraag, dan kreeg ik de beurt, al wist ik het antwoord helemaal niet. Om mijn imago te redden maakte ik mijn huiswerk niet en lachte ik met mijn vrienden mee. Zij maakten natuurlijk graag van de gelegenheid gebruik om mij hiermee te plagen. Voor essays en tentamens deed ik echter mijn stinkende best. Op een dag haalde ik 'maar' een acht-min voor mijn essay. Mevrouw Lavrov schudde haar hoofd. Ze wist precies hoe ze mij tot het uiterste kon drijven. Wanneer ik trots tegen andere docenten zei dat ik best goed was in filosofie, schudden ze hun hoofd en lachten. ’’Ja, lullen kun je wel.’’

Zelfvertrouwen

Mevrouw Lavrov liet mij geloven in mijn eigen denkvermogen. Wat ik dacht was goed. Ik leerde kritisch denken en niks zomaar aan te nemen. Ze leerde mij om de denkkaders die mij jarenlang opgelegd waren, te tackelen. "Ga het onderzoeken", zei ze, als ik stamelde dat ik iets niet kon. Voor het eerst in mijn middelbare schooltijd had ik het gevoel dat ik echt door een docent gezien werd. Ik vond eindelijk het fundament in mezelf waarop ik verder kon bouwen.

Doorgeven

Drie jaar geleden stond ik zelf voor de klas. Mijn insteek was helder: ik wilde het (zelf)vertrouwen doorgeven dat mevrouw Lavrov mij destijds had gegeven. Ik meed bijna geen enkele discussie en probeerde denkkaders zoveel mogelijk te ontwijken. Leerlingen werden gek van mijn 'waaromvraag'. Het kostte me veel tijd en energie, maar ik hoopte dat het ooit zijn vruchten zou afwerpen. Op de diplomering van mijn examenklas kreeg ik een persoonlijk dankwoord van mijn leerlingen. Het ontroerde me. Toen wist ik waar ik het allemaal voor had gedaan.

Het zette me aan het denken. Zou mevrouw Lavrov eigenlijk weten wat ze heeft betekend? En dus besloot ik op een zekere dag de stoute schoenen aan te trekken. Ik achterhaalde haar e-mailadres en besloot haar, tien jaar naar dato, alsnog te bedanken. Ze reageerde blij verrast en vertelde me dat ze net met pensioen is. Dat haar werk haar soms zwaar is gevallen. "Ik heb er veel tijd ingestoken", schrijft ze. "Maar door bijvoorbeeld jouw mail begrijp ik dat het toch zijn vruchten heeft afgeworpen. Dat is waar ik het allemaal voor deed."

© Nationale Onderwijsgids / Anke Odinga