Meerdere organisaties in de kinderopvang maken bezwaar tegen de introductie van het vierogenprincipe in de buitenschoolse opvang (BSO). Dit schrijven zij in een brief waarin zij de Kamerleden oproepen om dit punt aan te passen in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Dit meldt Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang (BMK).
In de AMvB zijn de kwaliteitseisen voor de kinderopvang uitgewerkt die vanaf 1 januari 2018 gaan gelden. Met het publiceren van de AMvB is een eerste stap gezet in de vertaling van de kwaliteitsmaatregelen naar lagere regelgeving. Hierin is ook het vierogenprincipe opgenomen als een verplicht onderdeel van het veiligheidsplan naar aanleiding van de motie hierover van Kamerleden Yücel en Ulenbelt. Het voorstel was om dit alleen te laten gelden voor de opvang van kinderen van 0 tot 4 jaar. Echter, in het besluit wordt dit principe ook doorgevoerd in de buitenschoolse opvang (BSO).
De BMK, BOinK, Sociaal Werk Nederland, de BK en de FNV zorg & Welzijn hebben daarom gezamenlijk een brief opgesteld waarin zij de Kamerleden oproepen deze regeling aan te passen. Volgens de organisaties heeft de invoering van het vierogenprincipe in de BSO “grote gevolgen voor de prijs en het aanbod van activiteiten voor kinderen. Hogere prijzen -en daarmee beperktere toegankelijkheid- en/of verschraling van het aanbod van de activiteiten zijn het directe gevolg van deze maatregel”.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
