De commissie-Van Dam, die onderzoek deed naar de toeslagenaffaire, schrijft in het rapport dat het kabinet regelmatig weigerde om informatie te geven wanneer de commissie daarom vroeg. Dit was vanwege ‘persoonlijke beleidsopvattingen’, volgens de commissie in overeenstemming met de zogenoemde ‘Rutte-doctrine’.
De term 'Rutte-doctrine' werd gebruikt in het sms-verkeer tussen ambtenaren, bleek uit het verhoor van Rutte: volgens de minister-president moeten ambtenaren ambtelijke stukken vrij kunnen verspreiden, zonder bang te hoeven zijn dat die stukken naar buiten gaan.
De Kamer wil weten welke rol deze 'Rutte-doctrine' heeft gespeeld in de toeslagenaffaire: heeft het de voortgang van de compensatie voor gedupeerde ouders belemmerd? Is of was de Rutte-doctrine, al dan niet formeel vastgelegd, staand beleid? Belemmerde het de controlerende taak van de Tweede Kamer, het werk van de commissie-Van Dam en het werk van de media?
Door: Nationale Onderwijsgids