Jongeren die aan het werk willen, maar nog geen diploma hebben, moeten voortaan totdat ze 21 jaar zijn in de schoolbanken zitten. Deze kwalificatieplicht, die nu nog geldt voor jongeren tot 18 jaar, wordt naar alle waarschijnlijkheid met drie jaar verlengd, zo zijn de plannen van de vier formerende partijen. Dat meldt het AD.
Jongeren die stoppen met school, moeten in ieder geval een diploma van havo, vwo of mbo niveau 2 hebben behaald. Om de scholieren die nog zonder diploma zitten wat meer tijd te geven voor het vinden van een baan, worden zij daarom drie jaar langer op school gehouden. Dat moet er bovendien voor zorgen dat minder jongeren op straat gaan rondhangen. Scholieren die niet in het bezit zijn van zo'n 'basisdiploma' zijn vaker werkloos en komen eerder in aanraking met justitie, zo blijkt uit onderzoek.
Naar verwachting is het nog niet vanzelfsprekend dat het plan van het nieuw te vormen kabinet doorgaat. De vraag is of de Raad van State het idee positief beoordeelt. Een hogere leeftijdsgrens kan namelijk voor grondwettelijke problemen zorgen, omdat dit het 'recht op vrije arbeidskeuze' raakt. Dat oordeel werd tien jaar geleden al eens gegeven door de Raad van State. Ook minister Bussemaker van Onderwijs vroeg zich in 2013 al eens af of het verplichten van onderwijs aan meerderjarige jongeren wel zo goed uitpakt. Volgens haar worden zij dan “beperkt in hun mogelijkheid om een arbeidskeuze te maken.”
Het huidige demissionaire kabinet heeft er al voor gezorgd dat schooluitval is teruggedrongen. Waren er in 2001-2002 nog 71.000 leerlingen zonder diploma; het afgelopen schooljaar stond die teller op 23.000 jongeren.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids