De meldingen komen uit heel Nederland, zowel in dorpen als grote steden. Acht basisscholen hebben zelfs aangegeven meer dan twintig van deze kinderen in de klas te hebben. In de gezinnen van deze kinderen zouden meerdere problemen spelen, waarvan de grootste problemen armoede, scheidingen en GGZ-problematiek van de ouders zijn. Sommige scholen geven de kinderen zelf eten, drinken en kleding. Er zouden zelfs docenten zijn die kinderen tijdelijk in huis nemen of ze onder brengen in een hotel.

Scholen vinden het belangrijk dat er aandacht komt voor het probleem, maar zouden de gevallen wel bijna allemaal anoniem melden uit angst voor ruzie met ouders. Ook zouden veel schoolbesturen vrezen voor de goede naam van de school. Jan Dirk Stokkedreef, bestuurlid van Jeugdzorg Nederland, is van mening dat scholen de problemen eerder moeten melden bij hulpverleners. "3 procent van de meldingen van verwaarlozing bij het AMK komt van scholen, terwijl zij veel meer zien. Scholen vinden een gesprek met ouders over dit soort dingen moeilijk. Een melding doen bij het AMK is nog een stap verder."

Vera Bergkamp, D66-Kamerlid, vindt dat het kabinet ervoor moet zorgen dat scholen sneller signalen van verwaarlozing van kinderen doorgeven aan bureau Jeugdzorg. Ze heeft Kamervragen gesteld aan staatssecretaris Dekker van Onderwijs en staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid. Bergkamp wil weten of het klopt dat de meldingsbereidheid van scholen over verwaarlozing erg laag is. Er moet onderzoek worden gedaan naar de verwaarlozing van kinderen en de rol die scholen moeten spelen in het signaleren van die verwaarlozing, aldus de D66. 

© Nationale Onderwijsgids