Samenwerkingsverbanden van scholen in het primair en voortgezet onderwijs gebruiken de vrijheid die de Wet Passend Onderwijs hun biedt om zelf te bepalen hoe ze zorgleerlingen ondersteunen. Hierdoor ontstaan behoorlijke verschillen in aanpak. Dit blijkt uit een startmeting onder zo’n 100 samenwerkingsverbanden in primair en voortgezet onderwijs. Individuele schoolbesturen die calculerend gedrag vertonen – bijvoorbeeld om de zorgplicht te ontlopen – vormen het grootste risico, menen directeuren van de samenwerkingsverbanden. Dat meldt het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).
Onderzoekers van onderzoeksbureau Sardes vroegen directeuren van de regionale samenwerkingsverbanden naar hun ervaringen en verwachtingen. Daarnaast keken onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (GION) aan de hand van kengetallen, vragenlijsten en ondersteuningsplannen naar overeenkomsten en verschillen tussen de samenwerkingsverbanden. Deze startmeting vormt de basis voor een langetermijnevaluatie van passend onderwijs, die loopt tot en met 2020.
Het belangrijkste verschil tussen samenwerkingsverbanden is de mate waarin passend onderwijs centraal of decentraal ondersteund wordt. Ongeveer twee derde van de samenwerkingsverbanden organiseert een uitgebreid ‘bovenschools’ aanbod aan diensten, zo blijkt. Hieronder vallen bijvoorbeeld indicatie van leerlingen en training van medewerkers.
In het primair onderwijs richt de centrale ondersteuning zich vaker op leerlingen, leraren en ouders. Hier worden de leerkrachten over het algemeen nauw betrokken bij de vormgeving en uitvoering van passend onderwijs. In het voortgezet onderwijs richt de centrale ondersteuning zich vaker op schooldirecties.
Een minderheid van de samenwerkingsverbanden fungeert vooral als doorgeefluik van budget. Het wordt dan aan schoolbesturen zelf overgelaten welke leerlingen zij ondersteunen en hoe ze dit doen. In deze regio’s hangt het sterk van de competenties van schoolleiders en docenten af of passend onderwijs een succes wordt.
Als belangrijkste faalfactor voor het welslagen van passend onderwijs noemen de directeuren van samenwerkingsverbanden in zowel primair- als voortgezet onderwijs mogelijk calculerend gedrag van individuele schoolbesturen. Het bestuur van de school waar een leerling zich aanmeldt, is volgens de nieuwe wet verplicht hem of haar de ondersteuning te bieden die nodig is. Ook als dit veel extra geld kost.
© Nationale Onderwijsgids