Populaire scholen zouden te veel aanmeldingen krijgen, terwijl minder populaire scholen klassen moeten samenvoegen. De meeste van de 34 basisscholen die niet voldoen aan de landelijke norm van 194 leerlingen, zijn voornamelijk zwakke scholen. Hoewel het stempel zwak van de Onderwijsinspectie bij de meeste scholen al een paar jaar weg is, staan ze nog altijd niet goed aangeschreven. Ook zou een oorzaak zijn dat de scholen veelal klassikaal onderwijs geven, terwijl juist vrije scholen, zoals montessori- en daltonscholen, in trek zijn.

Vooral 'zwarte' scholen in gemengde buurten zouden krimpen. Schoolbesturen zouden soms radicale maatregelen nemen om krimp en een eenzijdige samenstelling aan te pakken. Bijvoorbeeld het schoolbestuur Asko dat in mei voor twee van zijn kleinere 'zwarte' scholen een provocerende actie organiseerde, waarbij de schoolkinderen de straat op gingen in T-shirts met de tekst 'is dit wit genoeg voor u?' Volgens het bestuur kwamen er na de actie iets meer aanmeldingen dan voorheen.

Wethouder Onderwijs, Simone Kukenheim, concludeert dat vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten. Daarom lanceerde de wethouder in april de Kraamkamer; een wedstrijd om iedereen met een idee voor een nieuwe school aan te moedigen. Na de zomer wordt uit de inzendingen een selectie gemaakt, om uiteindelijk drie of vier nieuwe scholen met een eigen onderwijsconcept te stichten. “Ik vind het belangrijk dat er wat te kiezen valt. Scholen die populair zijn, moeten meer plekken krijgen. Met kleine scholen bespreken we of ze hun onderwijs moeten aanpassen, samengaan, verhuizen of sluiten”, aldus Kukenheim. 

© Nationale Onderwijsgids