Uit een analyse van hersenscans blijkt dat kinderen die opgroeien in armoede slechter presteren op school. Volgens onderzoekers kan 20 procent van de verschillen tussen schoolprestaties van kinderen worden verklaard door het inkomen van de ouder. Dat meldt Klik.
De onderzoekers analyseerden hersenscans van gezonde kinderen en kinderen die opgroeien in armoede. Daaruit bleek dat de hersenscans van de kinderen in armoede structureel veranderen. In totaal werden mri-scans van 389 kinderen en jong volwassenen (van 4 tot 22 jaar) die zich normaal ontwikkelen onderzocht. De beelden werden gecombineerd met informatie over de schoolprestaties en sociale achtergrond van de kinderen.
Wat bleek is dat kinderen die onder de armoedegrens leven, gemiddeld 8 tot 10 procent minder grijze hersencellen hebben. Als het inkomen van de ouders erbij werd gehaald, bleek dat kinderen van wie de ouders 100 tot 150 procent van het minimuminkomen verdienen, 3 tot 4 procent minder grijze hersencellen hebben. Er is al veel onderzoek gedaan naar het verband tussen sociaal-economische omstandigheden en de schoolrijpheid en academische prestaties van kinderen. Volgens de onderzoekers leidt dit onderzoek mogelijk tot de conclusie dat armoedebestrijding meer effect heeft op leerprestaties dan aanpassingen in het onderwijs.
© Nationale Onderwijsgids