Met toestemming van het ministerie van Onderwijs wordt de Jan Ligthartschool in Westbroek als eerste dorpsschool door de VZD als experiment in stand gehouden. Andere kleine scholen die dreigen te moeten sluiten, zouden zich de komende jaren ook bij de VZD kunnen aansluiten. Als ouders en inwoners van het betreffende dorp zich vervolgens inzetten voor de school is er een kans dat sluiting voor deze scholen niet nodig is, zo stelt Schuurman Hess.

Op dat laatste punt is de VOO behoorlijk kritisch. De verantwoordelijkheid voor voldoende geld voor kleine scholen ligt bij de overheid. Dat een school uiteindelijk open kan blijven, mag volgens de vereniging niet afhankelijk zijn van de vrijwillige inzet van ouders of inwoners van het dorp, ook al is het een sympathiek initiatief. De VOO stelt dat voor elke kleine school de vraag geldt of de school kan blijven bestaan of toch de deuren moet sluiten.

Michiel Jongewaard van de VOO zegt dat er door het initiatief van de VZD het idee bestaat dat het niet moeilijk is om kleine dorpsscholen in stand te houden. Volgens hem is daarvan zeker geen sprake, omdat zowel kleine als grote scholen aan dezelfde eisen moeten voldoen. "De rijksbekostiging voor het experiment is dezelfde als voor schoolbesturen geldt en ook aan schoolbesturen moet dus de kritische vraag worden gesteld waarom zij er niet voldoende aan zouden hebben en de VZD wel", zo stelt Jongewaard.

Schuurman Hess van de VZD zegt daarentegen dat het voorbeeld van de Jan Ligthartschool in Westerbroek laat zien dat het weldegelijk mogelijk is om een kleine dorpsschool te behouden dankzij inzet van de gemeenschap. Een speciaal gevormd bestuur heeft de Groningse basisschool, samen met de hulp van ouders en inwoners, sinds afgelopen voorjaar onder de hoede. Dit mag dan een succesvol voorbeeld zijn, volgens Jongewaard van de VOO valt het toch te betwijfelen of ouders over het algemeen wel de tijd en expertise hebben om in een bestuur te functioneren.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids