Bijna 8 procent van de leerlingen in groep 8 kreeg in schooljaar 2016-2017 na de eindtoets een hoger schooladvies dan het eerste schooladvies van de leerkracht. Kinderen van ouders met een hoog huishoudensinkomen kregen minder vaak een bijstelling, maar zij hadden ook vaker vwo als eerste schooladvies. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
In dat schooljaar kwamen bijna 58 duizend leerlingen na de uitslag van de eindtoets in aanmerking voor een bijstelling naar boven van het oorspronkelijke leerkrachtadvies. Bij twee op de tien van hen (ruim 13 duizend leerlingen) is het schooladvies ook daadwerkelijk naar boven bijgesteld.
Schooladvies per niveau vaakst bijgesteld bij hoogste inkomens
Van groep 8-leerlingen uit huishoudens uit de hoogste inkomensgroep, kreeg 6,2 procent een bijstelling van het schooladvies. Het schooladvies wordt vaker bijgesteld naarmate kinderen afkomstig zijn uit een huishouden met een lager inkomen. Van de kinderen uit de laagste inkomensgroep werd 9,1 procent van de adviezen bijgesteld en van de kinderen uit de een na laagste groep 8,1 procent.
Kinderen met een gecombineerd advies vmbo-k/gt of vmbo-gt/havo kregen het vaakst een bijstelling van het eerste schooladvies. Kinderen met een havo- of havo/vwo-advies, of met een vso/pro/vmbo-b-advies, kregen het minst vaak een bijstelling.
Op basis van dit onderzoek wordt vastgesteld dat er verschillen zijn tussen inkomensgroepen, maar dat wil niet zeggen dat inkomen de verklaring of oorzaak is. Waarschijnlijk spelen andere factoren een rol.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids