'Onderwijsinspectie, weeg bij de beoordeling van de resultaten in het voortgezet onderwijs de Cito-scores van de leerlingen mee. Hiermee wordt het minder verleidelijk categorale vwo's op te richten en leerlingen vroeg te selecteren.' Dat schreven Margreet den Haan en Erik Schut in Trouw van 13 mei, onder de kop ‘Kijk wat een school werkelijk presteert’. Een interessante suggestie, en de inspectie is er al mee bezig. Maar er zitten wel wat haken en ogen aan. Dat meldt de Inspectie van het Onderwijs.
Het is niet zo eenvoudig om op een goede manier de resultaten van een school te bepalen. Als je recht wilt doen aan de specifieke situatie van scholen, ontstaat er al snel een ingewikkeld systeem. Zo ingewikkeld, dat het er soms zelfs toe leidt dat scholen leerlingen geen kansen willen geven, omdat ze ten onrechte denken dat ze daarmee een grotere kans lopen op een negatief oordeel van de inspectie.
Het is dan ook logisch dat Den Haan en Schut niet precies voor ogen hebben hoe de inspectie al rekening houdt met hun bezwaren, zegt de inspectie. Zo vergelijkt de inspectie categorale scholen met categorale scholen en brede scholengemeenschappen met brede scholengemeenschappen. Een school moet voldoende presteren in vergelijking met soortgelijke scholen. Ook houden ze bij de beoordeling rekening met de achtergrond van leerlingen. Of ze uit een regio met sociale achterstanden komen bijvoorbeeld, of extra ondersteuning nodig hebben.
De inspectie overlegt regelmatig met scholen en onderwijsorganisaties hoe de beoordelingen scholen de ruimte laten hun leerlingen kansen te bieden. Op basis van die gesprekken heeft de inspectie de laatste tijd extra aanpassingen gemaakt. Zo krijgen scholen een hogere waardering voor leerlingen met een dubbel advies. Ook hebben ze in de weging meer belang aan de onderbouw gehecht, zodat scholen extra beloond worden als ze leerlingen kansen geven.
In theorie kan het systeem inderdaad verder verbeterd worden door bij de beoordeling uit te gaan van de eindtoetsscore. Dat is in principe mogelijk sinds afgelopen schooljaar, toen de eindtoets voor alle leerlingen verplicht werd. De inspectie onderzoekt de mogelijkheid om het eindtoetsresultaat mee te nemen, maar het zal minstens nog een paar jaar duren voordat dat op een betrouwbare manier ingevoerd kan worden. Het is onder meer lastig doordat er naast Cito nog andere toetsen in gebruik zijn. Deze toetsen zijn lastig met elkaar te vergelijken.
Overigens is het goed om te bedenken dat nog geen vijf procent van de vo-afdelingen zwak of zeer zwak zijn, zegt de inspectie. Het overgrote deel van de scholen loopt dus echt geen risico op een negatieve beoordeling van de inspectie. Het is erg onverstandig als scholen, uit angst voor zo’n oordeel, hun leerlingen kansen zouden onthouden. Zeker omdat de inspectie een school wel degelijk pluspunten geeft als ze een leerling de kans biedt om hogerop te komen. Ze blijven daarom graag leraren en schoolleiders adviseren: kijk naar wat een kind werkelijk in huis heeft. Biedt kansen en maak ze waar. Dat zal de leerling - én de inspectie - kunnen waarderen.
© Nationale Onderwijsgids