Kinderen van lesbo’s, homo’s, bi’s en transgenders ontwikkelen zich even goed als leeftijdsgenoten uit hetero gezinnen. Dat blijkt uit een studie van nationaal en internationaal onderzoek, uitgevoerd door Hanneke Felten, projectleider emancipatie en inclusie bij onderzoeksbureau Movisie.
Felten bestudeerde de ontwikkeling van kinderen uit de zogenoemde 'roze' gezinnen en meeroudergezinnen. Daaruit blijkt dat de emotionele gedragsontwikkeling van die kinderen nauwelijks verschilt van leeftijdsgenoten die in een traditioneel gezin opgroeien. Hetzelfde geldt voor hun intelligentie en voor de sekserol die kinderen ontwikkelen.
Professionals maken zich soms zorgen over de ontwikkeling van kinderen die opgroeien in gezinnen met twee moeders of in een gezin met meer dan twee opvoeders. Zo zouden jongens met twee moeders een mannelijk rolmodel missen. Opvallend genoeg blijkt dat jongens niet per se een mannelijk rolmodel nodig hebben om zich aan te spiegelen. Volgens Felten zoeken moeders in lesbische relaties vaak naar zo'n voorbeeld: de donor, opa, een oom of een goede vriend. In de praktijk blijkt de kwaliteit van het ouderschap veel belangrijker dan de sekse. 'Alle mensen in het leven van kinderen die van hen houden en positieve aandacht aan hen besteden, zijn van onschatbare waarde. Maar het maakt veel minder uit of ze vrouw of man, homo of hetero zijn dan we verwachtten.'
© Nationale Onderwijsgids
