De ouders van de baby die in februari 2021 in een ondergrondse afvalcontainer in Amsterdam-Zuidoost werd gevonden hebben volgens het Openbaar Ministerie in het verleden een baby gedood. "Ze worden verdacht van een poging tot moord op het aangetroffen meisje en een voltooide moord op een baby eerder in de tijd", zegt een woordvoerder van het Openbaar Ministerie, waarmee hij berichtgeving van Het Parool bevestigt.
Zondagavond 21 februari om 22.40 uur kreeg de politie een melding van iemand die geluiden hoorde, vermoedelijk gehuil, uit een container aan de Meernhof in de wijk Holendrecht. Nadat de hulpdiensten verschillende vuilniszakken uit de vuilniscontainer hadden gehaald, hoorden agenten inderdaad een baby huilen. De brandweer wist uiteindelijk de baby, die in een grote gele Jumbo-boodschappentas zat, uit de ondergrondse container te halen. Het meisje werd direct naar het ziekenhuis gebracht.
Uit eigen beweging bij politie gemeld
Beide ouders van het meisje hebben zich die week uit eigen beweging bij de politie gemeld. Ze dachten dat het kindje was overleden, zei advocaat Gerald Roethof, die de vader van de baby bijstaat, destijds in het televisieprogramma Op1.
17 jaar
Beide verdachten zijn Amsterdammers en waren destijds 17 jaar. Hun voorlopige hechtenis werd na een paar dagen geschorst. Hun strafzaak staat volgens het OM medio september gepland. Dat wordt een zitting achter gesloten deuren vanwege hun leeftijd.
Door: ANP